2.
De heer MOERj.UGS vraagt of de gemeente ten gevolge van dergelijke
transacties schade ondervindt.
De Voorzitter antwoordt, dat dit niet het geval is, doch dat het vel
van belang is, dat bij eventuele verkoop nagegaan wordt of de kopers
zelf over contanten beschikken. Indien dit hot geval is kunnen de vrij
komende gelden voor woningbouw worden aangewend.
De heer CORSTJENS snerkt op, dat het dus hierop neerkomt, dat de ge
meente woningen goedkoop gaat verkopen om weer duurdere te kunnen bouwen. I
De Voorzitter antwoordtdat de bouw van gemeentewoningen toch doorgang
moet vinden en vestigt er de aandacht op, dat bij verkoop van woningen
een sterkere binding ontstaat tussen do gemeente en do koper-bewoner,
terwijl bovendien, zoals reeds is opgemerkt de gemeente bevrijd wordt van
de ondorhoudslast van de woningen.
De heer VISSE1IBERG vraagt of ook de mogelijkheid aanwezig is een tussen
liggende woning van een blok te verkopen.
De Voorzitter antwoordt, dat in tegenstelling met voorheen de mogelijk
heid hiertoe bestaat.
De heer KOEVOETS merkt op, dat hij het van belang acht, dat bij verkoop J
van woningen de voorwaarde wordt gestold, dat do gekochte woningen niet
mogen worden doorverkocht.
De Voorzitter antwoordt, dat zal worden nagegaan óf het stellen van de- i
ze voorwaarde mogelijk is.
De heer VREUGDE vraagt of het niet mogelijk is het slopen van nog in be
hoorlijke staat verkerende woningen togen te gaan.
Do Voorzitter antwoordt, dat de door do heer VREUGDE bedoelde woningen
door de provincie zijn aangekocht on dat voor de sloping van deze wonin
gen extra bouwvolumen is beschikbaar gesteld, zodat de woningvoorraad
goen verandering ondergaat.
Aangezien verder niets meer te behandelen is en geen der leden het
woord meer verlangt, sluit de Voorzitter de vergadering met de Christe
lijke groot, nadat hij verzocht hooft over deze kwestie een oordeel te
vormen met het oog op het nemen van een definitieve beslissing in een
volgende vergadering.
De R a
de sekretaris.
a d voornoemd,
de Voorzitter,