De Voorzitter antwoordt, dat, indien een dienst voor maatschappelijke
zorg in het leven wordt geroepen de zaken meer ambtelijk behandeld kun
nen worden.
Overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt
voorts zonder hoofdelijke stemming besloten aan deze begroting goedkeu
ring te verlenen en voor het jaar 1956 een gemeentelijk subsidie toe te
kennen van 60,000,
yaststelling 19. Voorstel van burgemeester en wethouders om over te gaan tot vast-
yegroting stelling van de begroting van het gemeentelijk woningbedrijf en van
Bern.Woning- de gemeentebegroting voor het dienstjaar 1956.
i)edrijf en De Voorzitter vraagt of de commissie in wier handen deze begrotingen
yemesntebe- in de vorige vergadering zijn gesteld ter fine van onderzoek en rapport
fcroting voor zich van haar taak heeft gekweten.
liet dienst- De heer AKKERMANS, lid en voorzitter van gemelde commissie rapporteert
ij aar 1956. dat de commissie, bestaande uit de heren Vreugde, van Rijsbergen en hem
zelf, beide begrotingen op 1 februari j.l. aan een onderzoek heeft on
derworpen en deze in orde hebben bevonden, zodat hij namens de commissie
voorstelt, zowel de begroting van het gemeentelijk woningbedrijf als de
gemeentebegroting voor het dienstjaar 1956 vast te stellen zoals deze
door Burgemeester en Wethouders zijn opgemaakt.
Spreker vestigt or vervolgens de aandacht op, dat hem bij het gehouden
onderzoek is gebleken, dat de gemeentebegroting maar juist sluitend is-
gemaakt kunnen worden, zodat naar zijn oordeel het college van burgemees
ter en wethouders met het doen van uitgaven omzichtig tewerk zullen
moeten gaan, teneinde de zelfstandigheid van de gemeente te kunnen be
waren. Het zou, naar sprekers menin- te betreuren zijn, dat de toestand
van armlastigheid voor de gemeente zou intreden.
De Voorzitter antwoordt, dat in de afgelopen jaren bij herhaling ge
bleken is, dat "zuinige" gemeenten de dupe worden en ver achterblijven
bij gemeenten die niet de zuinigheid betrachten.
Hierna deelt de Voorzitter mede, dat burgemeester en wethouders voor
stellen in 1956 de volgende kapitaalsuitgaven te doen:
1e. steenslag en teerbehandeling van de volgende wegen:
St.Maartensstraat5.694,
Slotstraat.2.132,
Vijver straat.2,242,
Kromstraatje5-473,
Elleboogstraat4.901
Totaal=|0,462,--
2e. verbetering met puin van de volgende wegen:
Vijver straat4.046,
Strijpdreef4.500,
Noordhoeksestraat6.588,
Bremswegje......... 6.233,
Nieuwe weg. 14.756
Totaal:..../ 36.123,
De heer VREUGDE merkt op, dat er naar zijn oordeel meer reden aanwezig
is om in plaats van de Vijverstraat het Broekestraatje te verbeteren,dat
in zeer slechte toestand verkeert.
De Voorzitter antv/oordt, dat het naar zijn oordeel op geen bezwaren stuit
dat de verbetering van het 2e gedeelte van de Vijverstraat wordt uitgesteld
en dat daarvoor in de plaats komt het Broekestraatje, daar de kosten niet
noemenswaard hoger zullen zijn.
De heer MOERINGS brengt namens de agrarische bevolking dank voor de bui
tengewoon goede toestand, waarin ook de landwegen verkeren. Spreker ver
zoekt er op toe te zien, dat bij het invallen van de dooi na een vorstpe
riode de wegen niet worden stukgereden.