11 ;rekking verorde ig re- .ende de organi- fcie van vn -lige andween vast- slling l een ju we ver- oning. Wethouder Verholen wijst er voorts op, dat bij inwilliging van de ver zoeken van belanghebbenden een gevaarlijk precedent zal worden geschapen, daar in dat geval in de toekomst geen bouwgrond meer zal kunnen worden aangekocht voor minder dan 2,- per m2. Aangezien het niet uitgesloten is, dat bij onteigening een lager bedrag zal worden vastgesteld, stelt spreker voor thans de knoop door te hakken en een onteigeningsprocedure te beginnen. De Voorzitter antwoordt, dat voor beide partijen risico's aanwezig zijn en wijst er op dat ook al is een onteigeningsprocedure aangevangen nog altijd de weg voor nadere onderhandelingen openstaat. De Heer Hürxkens merkt op, dat hij vernomen heeft, dat de onteigening van landbouw- en tuiribouwgronden er de laatste tijd niet gemakkelijker op ge worden is, terwijl de heer Koevoets opmerkt, dat uit hetgeen hij vernomen heeft over onteigeningen van gronden door hem wordt afgeleid dat belang hebbenden sterk staan. Wethouder Vrolijk merkt op, dat hij er geen bezwaar in ziet om de re sultaten van een onteigeningsprocedure af te wachten en vraagt of de da mes van der Vorst soms nog andere motieven hebben gehad, b.v. de kwestie van de belas tingschade om een voorlopige overeenkomst niet te tekenen. De Voorzitter antwoordt, dat, voor zover hem bekend, het enigste motief is geweest dat de burgemeester met vacantieverlof afwezig was. Spreker stelt voorts de vraag of naar het oordeel van de Raad nog pogingen aange wend moeten worden om de benodigde gronden alsnog bij minnelijke schik king te verkrijgen, n.l. voor 2,- per m2, plus belastingschade en een eenvoudige betonnen schutting als afscheiding. Wethouder Verholen verklaart zich tegen verdere onderhandelingen en herinnert er aan, dat destijds Mr. van der Heijden van de Volkshuisvesting gezegd heeft,dat_ de gemeente een prijs van 0,75 P^r m2 kon bieden en in het uiterste geval voor een bedrag van f 1,- a 1,25 per m2 mocht kopen. Deze omstandigheden in aanmerking nemend acht spreker een redelijke kans aanwezig dat de onteigeningsprocedure in het voordeel van de gemeente zal uitvallen. Het aanhangig maken van een onteigeningsprocedure heeft moge lijk nog dit voordeel dat in de toekomst anderen weerhouden zullen worden het zover te laten komen. De Voorzitter antwoordt, dat de uitwerking ook anders kan zijn. Op voorstel van Wethouder Verholen, dat gesteund wordt door de heren Vissenberg en Koevoets wordt tot stemming overgegaan over de door Burge meester en Wethouders gedane voorstellen. Alvorens tot stemming wordt overgegaan vraagt de heer Hürxkens of het geen aanbeveling verdient om dit agenda-punt aan te houden en alsnog te trachten de kwestie in der minne te schikken. De Voorzitter antwoordt, dat hij persoonlijk tegen het aanhangig maken van een onteigeningsproc edure geen bezwaar heeft, daar nog altijd kan worden teruggekomen op het door de Raad genomen besluit. Na gehouden stemming blijkt, dat 8 leden voor de voorstellen van Bur gemeester en Wethouders zijn en 3 leden tegen, zodat deze voorstellen zijn aangenomen.. Vóór stemden de ledensVissenberg, van Rijsbergen, Vreugde, Vrolijk, Verholen, Roosendaal, Theunissen en Corstjens; tegen de heren Akker mansKoevo.ets en Hürxkens. 9» Voorstel van Burgemeester en Wethouders om met intrekking van de bij raadsbesluit va 28 j anuari 1954 vastgestelde verordening over te gaan tot vaststelling van en nieuwe verordening regelende de organisatie van de vrijwillige brandweer. De Voorzitter merkt op, dat Burgemeester en Wethouders voorstellen, onder intrekking van de bij raadsbesluit van 28 januari 1954 vastgestel de organisatieverordening brandweer de overgelegde concept-organisatie verordening vast te stellen. Nadat spreker de ontwerp-verordening nader heeft toegelicht stelt Wethouder Vrolijk de vraag of het wel gex/enst is dat naast een commandant een plaatsvervangnd commandant, benevens bevel voerders en brandweermannen 1e en 2e klas in de organisatie op te nemen. Spreker verklaart van oordeel te zijn dat dit wel erg groots is opgezet en verklaart van mening te zijn, dat volstaan kan worden met een comman dant, een plaatsvervangend commandant en bevelvoerders.

Raadsnotulen

Oud en Nieuw Gastel: 1938-1980 | 1955 | | pagina 60