Uit de door de Commissaris verstrekte inlichtingen is gebleken, dat in
de provinciale begroting voor het dienstjaar 1955 wegens niet verplichte
subsidies een bedrag is geraamd van 4 millioen gulden, wat neerkomt op
4OFfo van de beschikbare middelen. De begrotingen van alle 142 Brabantse
gemeenten geven een totaalbedrag aan van 200 millioen gulden. Hiervan wordt
voor dezelfde soort subsidies 2°fo - 5a/o uitgegeven, In de toekenning van sub
sidies is een algemene stijging waar te nemen, zowel in absolute als in
relatieve zin. De oorzaak hiervan zoekt de commissaris in de toeneming van
activiteiten op sociaal en cultureel gebied, wat toe te juichen is.
Naar het oordeel van de Commissaris is het niet anders mogelijk dan dat
de overheid het particulier initiatief steunt. Het verlenen van subsidies
is dan ook de enige manier om verschillende particuliere organisaties in
stand te houden. Bij de oprichting van nieuwe organisaties moeten de con
sequenties, die aan het verlenen van subsidies verbonden zijn goed over
wogen worden.
De Commissaris is van oordeel, dat het toekennen van subsidies niet af-
ankelijk gesteld mag worden van het al dan niet aanwezig zijn van een o-
erschot op de gemeentebegroting, nadat alle primaire uitgaven, zoals b.v.
jr et leggen van een riolering, hierin zijn opgenomen. Indien de gemeenteraad
an oordeel is, dat in een bepaald jaar het verlenen van een subsidie b.v.
sn behoeve van de gezondheidsdienst noodzakelijker is dan aan te brengen
jrbeteringen aan de riolering, zal de Raad dit subsidie moeten laten voor-
'an» De hoegrootheid van de te verlenen subsidies hangen uit de aard der
.ak af van de financiële positie der gemeente.
Hierna stelt de Voorzitter aan de orde het voorstel van Burgemeester en
thouders om aan de St. Vincentiusvereniging, voor het jaar 1956, voo r
c uitleenbibliotheek een gemeentelijk subsidie te verlenen van 550,--.
h srtoe wordt zonder hoofdelijke stemming besloten.
Lening x. Schrijven van Burgemeester en Wethouders te Roosendaal c.a. dd. 30
lHl" f"fnV september 1955» No. 1/142I6, houdende verzoek om aan die gemeente
een bijdrage te verlenen, berekend naar 25,per leerling per
jaar, voor iedere leerling uit deze gemeente, die gedurende het cur
susjaar 1954/55 de Roosendaalse Muziekschool heeft bezocht.
Ij Voorzitter merkt op, dat Burgemeester en Wethouders voorstellen de ge
vraagde bijdrage aan de gemeente Roosendaal in de kosten van het muziekon
derwijs te verlenen, zijnde in totaal 139,58.
Di Heer Roosendaal vraagt of het in deze een gemeentelijke school betreft.
Dt Voorzitter antwoordt, dat dit niet het geval is en vestigt er de aan
dacht op, dat de exploitatie van deze school alleen mogelijk is, indien de
gemeenten van waaruit leerlingen de school bezoeken, subsidie verlenen.
Voorts merkt spreker op, dat aangenomen mag worden, dat het gemeentebestuur
van Roosendaal toezicht op het beheer van de school uitoefent.
Wethouder Vrolijk merkt op, dat hij zich bezwaarlijk kan indenken, dat,
nu h t niet een gemeentelijke school betreft, van de zijde van het gemeen-
tebe tuur toezicht op de financien gehouden wordt.
Na<at de Voorzitter heeft opgemerkt, dat Burgemeester en Wethouders een
onde' zoek zullen instellen of en zo ja op welke wijze toezicht op het be
heer ran de school gehouden wordt, wordt zonder hoofdelijke stemming,
overt nkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten.
school
loosen-
over