10.
Wethouder Verholen merkt op, dat, wanneer besprekingen over riolerings
plannen plaats hebben, hij het op prijs zal stellen, dat voortaan het
voltallig College van Burgemeester en Wethouders hierbij tegenwoordig zal
zijn.
De Voorzitter antwoordt, dat hij enige tijd geleden door het betreffende
Ingenieursbureau telefonisch i verzocht om een spoedbespreking over het
plan Oud-Gastel en wijst er op, dat het niet altijd mogelijk is de Wet
houders nog te waarschuwen. Doet zo'n geval zich voor, aldus spreker,
dan breng ik steeds in de eerstvolgende vergadering van Burgemeester en
Wethouders verslag over het besprokene uit.
Spreker verzoekt vervolgens Wethouder Verholen, teneinde geen verkeerde
indruk te wekken een dergelijke opmerking niet in een Raadsvergadering
te maken, doch in een vergadering van Burgemeesèr en Wethouders aan de
orde te stellen.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van
Burgemeester en Wethouders besloten.
g 21. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om over te gaan tot aanvraag
jdrage van een rijksbijdrage voor de bouw van woningwetwoningen (bouwplan
ni#- 1955)
ngen Overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt zonder
an hoofdelijke stemming besloten deze rijksbijdrage aan te vragen.
ng 22. Voorstel van Burgemeester en Y/ethouders om over te gaan tot wijziging
ebe- van de gemeentebegrotingen voor de dienstjaren 1954 en 1955»
jen Overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt na~
dat van de ontwerpbesluiten voorlezing is gegeven, zonder hoofdelijke
jaren stemming besloten deze vast te stellen.
1955
IAG De VOORZITTER vraagt vervolgens of een der leden nog iets in het belang
van de gemeente te vragen of mede te delen heeft.
De heer LUIJTEN vraagt hoe het staat met het raadhuisplan.
De VOORZITTER antwoordt, dat de architect bezig is met het vervaardigen
van de detailtekeningen en het opstellen van een definitieve begroting
van kosten.
De Heer VREUGDE merkt op, dat het naar zijn mening in navolging van
andere gemeenten gewenst is, dat aandacht besteed wordt aan de pension-
nering van de Wethouders.
De VOORZITTER antwoordt, dat deze aangelegenheid de aandacht van het
g meentebes tuur heeft.
De heer VAN RIJSBERGEN vraagt wanneer met de verbetering van de Heins-
bergsestraat kan worden begonnen.
De VOORZITTER antwoordt, dat hiermede begonnen wordt, zodra het door
de Raad beschikbaar gestelde crediet door Gedeputeerde Staten is goed
gekeurd
De heer VISSENBERG vraagt, of reeds een onderzoek is ingesteld naar
aanleiding van een opmerking, die hij in de vorige vergadering gemaakt
heeft over de aankoop van grond te Stampersgat voor de bouw van extra
woningen in verband met een eventuele uitbreiding van de suikerfabriek.
De VOORZITTER antwoordt, dat de fabrieksdirectie het treffen van bij^
zondere voorzieningen niet nodig oordeelt.
De heer HURXKENS vraagt of het niet mogelijk is het aantal ventver
gunningen te beperken.
De VOORZITTER antwoordt, dat in deze gemeente het aantal vergunningen
reeds beperkt wordt door toepassing van de maatregel, dat alleen "erken
de" venters en handelaren worden toegelaten.
De heer KOEVOETS vraagt of de z.g. B.-wegen nog bestaan, vrelfse vraag
door hem gesteld wordt in verband met het feit, dathij heeft vastgesteld
dat van een als zodanig aangeduide weg ook zware vrachtwagens gebfruik
maken.
De VOORZITTER antwoordt, dat deze wegen nog steeds bestaan en dat de
politie moet toezien, dat deze wegen niet door onbevoegden bereden w'orden.