11. De Voorzitter antwoordt, dat, zoals reeds meerdere malen is opgemerkt het Sociaal Charitaief Centrum niet aan het werk is kunnen gaan omdat de benodigde financiën ontbreken. Nu het vereiste bedrag in deze verga dering beschikbaar is gesteld hoopt spreker dat spoedig met de werkzaam heden kan worden begonnen. Wat betreft in het leven roepen van een stich ting als door Wethouder Verholen bedoeld merkt spreker op, dat de heer de Leeuw van het Provinciaal Bureau van het Ministerie van Maatschappe lijk Werk te 's-Hertogenbosch reeds in overweging heeftbgegeven hiertoe over te gr en voor de behartiging van de verschillende belangen, die in het ontwikkelingsgebied aan de orde komen. Spreker wijst er op, dat hij in een vergadering v n het bestuur van het Sociaal Charitatif Centrum deze aangelegenheid reeds aan de orde heeft gesteld en de afgevaardigden verzocht heeft met hun besturen deze kwestie te bespreken, teneinde, in dien dit wenselijk geoordeeld wordt, een stichting in het leven te roe pen voor de behartiging van de sociale en culturele belangen van de in gezetenen. Naar gebleken is neemt het Ministerie van Maatschappelijk ¥/erk het standpunt in, dat eerst activiteiten ontplooid moeten worden vooraleer daadwerkelijk steun gegeven wordt. Spreker wijst er vervolgens op, dat de bouw van een gemeentelijk gymnastieklokaal ongetwijfeld een eerste stap in de goede richting zal zijn, in het bijzonder voor de jeugd verenigingen. Wat een ontspanningsgelegenheid voor de bejaarden aangaat, merkt spre ker op, dat ook hij van mening is, dat hieraan een grote behoefte bestaat De verzorging van bejaarden moet zo worden gezien, dat het niet doenlijk is in iedere gemeente hiervoor een afzonderlijke gelegenheid te hebben. Thans wordt algemeen het standpunt ingenomen, dat deze aangelegenheid in streekverband moet worden gezien. De financiële belangen van ëL be jaarden hebben de aandacht van de regering, zodat verwacht mag worden, dat hierin verbetering zal komen. Wat het bouwen in de buitenwijken betreft merkt spreker op, dat ook hij van mening is dat hiertoe een ruimere gelegenheid moet worden geschapen en vestigt er de aandacht op, dat indien Burgemeester en Wethouders kans zien particuliere bouwers in de buitenwijken te laten bouwen door hen hiervoor zoveel mogelijk wordt medegewerkt. Bij de Planologische Dienst zal nogmaals op wijziging van het uitbrei dingsplan op dit puntworden aangedrongen. Wat de ontvolking betreft merkt spreker op, dat hiervoor naar zijn oordeel geen gevaar bestaat, indien al het mogelijke gedaan wordt om het vranen in deze gemeente zo aantrekkelijk mogelijk te maken. Spreker dankt ten slotte Wethouder Verholen voor de gemaakte opmer kingen en zegt zijn medewerking toe om de problemen die zich voordoen zo goed mogelijk op te lossen. Wethouder Vrolijk zegt het volkomen eens te zijn met hetgeen door zijn collega is opgemerkt en zegt alle medewerking toe van de zijde van de fractie Algemeen Belang. De Heer Moerings vraagt de speciale aandacht van Burgemeester en Wet houders voor het bouwen van woningen in de buitenwijken. De Voorzitter antwoordt, dat zoals reeds eerder is opgemerkt, Burge meester en Wethouders in deze zullen doen wat mogelijk is. De Heer van Rijsbergen merkt op, dat in deze in de gemeente Hoeven een veel soepeler regeling geldt en vraagt of het niet mogelijk is ook hier met een geringere oppervlakte grond genoegen te nemen. De Voorzitter antwoordt, dat in aanmerking is te nemen, dat de toestand in de gemeente Hieven wel anders ligt dan hier. De Heer Hürxkens vraagt de aandacht van de regeling die onlangs is vastgesteld voor de subsidiëring van Muziekgezelschappen en Zangvereni gingen, welke regeling niet voldoet.

Raadsnotulen

Oud en Nieuw Gastel: 1938-1980 | 1955 | | pagina 11