7
Or\^
Litf
8.
De Heer ïïürxkens brengt onder de aandacht, dat indertijd door de gemeen
teraad het besluit is genomen, dat ontheffing kan worden verleend, van
voorschriften met betrekking tot het bouwen. Spreker brengt in dit verband
ter sprake de bouw van een garage door Chr. Bierbooms bij zijn nieuw ge
bouwde woning, die aan de Roosendaalsebaan is gelegen.
De Voorzitter antwoordt, dat het in strijd is met het uitbreisingsplan
dat ter plaatse een garage gebouwd wordt, die hij voor de uitoefening van
zijn beroep van expediteur nodig heeft. Het Gemeentebestuur neemt het
standpunt in, dat deze kwestie nader behoort te worden bezien als de wo
ning van C. Mol ter plaatse gebouwd is. Alsdan kan belanghebbende een
nieuw verzoek indienen, dat vermoedelijk wel het gewenste resultaat voor
belanghebbende zal hebben.
De Heer Vissenberg merkt op, dat hij bij de ingekomen stukken geen ver
zoek heeft aangetroffen voor het oprichten van een speeltuin te Stampers-
gat.
De Voorzitter antwoordt, dat deze aangelegenheid in behandeling is en
dat het streven van Burgemeester en Wethouders is, om in deze tot een
spoedige oplossing te komen.
De Heer Vissenberg brengt onder de aandacht, dat zich aan de Noordzee
dijk nog steeds enige dode boompjes bevinden, die nog niet door andere
vervagen zijn.
De Voorzitter antwoordt, dat zo spoedig mogelijk tot vervanging zal wor
den overgegaan.
De Heer Vissenberg vraagt of er iets naders bekend is over het Dorps
plein te Stampersgat.
De Voorzitter antwoordt, dat de Provinciale Waterstaat nog niet met het
plan gereed is.
De Heer Vissenberg beklaagt er zich over, dat het te Stampersgat veel
vuldig voorkomt, dat huisvuil gedeponeerd wordt op plaatsen die hiervoor
niet bestemd zijn en vraagt of het mogelijk is, dat de mensen verplicht
worden van de reinigingsdienst gebruik te maken. Voorts verzoekt spreker
de politie opdracht te verstrekken op het storten van vuilnis toe te zien.
De Voorzitter antwoordt, dat een verplichting om van de ophaaldienst
gebruik te maken niet kan worden opgelegd en wijst er op, dat op het
storten van vuilnis door particulieren door de politie moet worden toegezien.
De Heer Vissenberg vraagt of het niet mogelijk is in de omgeving van de
R.K.Kerk te Gastel een urinoir te plaatsen.
De Voorzitter antwoordt, dat het inderdaad van groot belang zou zijn
indien hiertoe zou kunnen worden overgegaan, doch dat de grote moeilijkheid
is hiervoor een geschikte plaats te vinden. Mogelijk kan bij de bouw van
het nieuwe gemeentehuis een oplossing in deze gevonden worden.
De Heer Vissenberg vra.agt of er uitzicht bestaat, dat spoedig tot aan
stelling van een gemeente-opzichter kan worden overgegaan.
De Voorzitter antwoordt, dat thans een onderzoek gaande is of de gemeen/
te uit de gemeenschappelijke regeling met betrekking tot het Bouwtoezicht
kan treden. Indien deze kwestie is afgehandeld kunnen verdere maatregelen
worden getroffen.
De Heer van Rijsbergen vraagt de aandacht van Burgemeester en Wethouders
voor de moeilijkheid, die C. de Wild gaat ondervinden ten gevolge van het
gemis van een uitweg, welk gemis het gevolg is van de verkoop door de ge
meente van de oude straat, die gelegen is achter de woningen die zich ter
plaatse bevinden.
De Voorzitter antwoordt, dat nu het besluit is genomen om de oude straat
tot aan de perceelsscheidingen aan belanghebbenden te verkopen het be
zwaarlijk aangaat hierin thans wijziging te brengen.
Aangezien verder niets meer te behandelen is en geen der leden meer
het woord verlangt, sluit de Voorzitter de vergadering met de Christelij
ke groet.
De RAAD
De Secretaris
/Voornoemd,
De Voorzitter,