7.
De Heer Vissenberg wijst er op, dat schade wordt toegebracht aan
de parkjesdie langs de Noordzeedijk te Stampersgat zijn gelegen en
vraagt maatregelen te treffen, dat verdere vernielingen worden voorkomen
door méér politietoezicht ter plaatse of plaatsing van borden.
De Voorzitter antwoordt, dat hij de aandacht van de politie op deze
aangelegenheid zal vestigen en merkt op, dat ook de ouders van de kinde
ren zullen moeten medewerken om vernielingen te voorkomen.
De Heer Vissenberg wijst er op, dat de riolering van de eerstgebouwde
woningwetwoningen blijkbaar niet goed functionneertnu ter plaatse
voortdurend stankverspreiding optreedt.
De Voorzitter antwoordt geen klachten vernomen te hebben, doch acht het
niet uitgesloten, dat een of meer bewoners voorwerpen in de riolering
laten tereoht komen, die verstoppingen veroorzaken.
De Heer Akkermans merkt op, dat hij erg blij is, dat het transformator-
huisje van het Marktplein verdwenen is, doch dat thans ten gevolge van
de vrijwel permanente aanwezigheid van autobussen van een particuliere
ondernemer hiervan veel hinder ondervonden wordt.
De Voorzitter antwoordt, dat hij met de eigenaar van de bussen over
eengekomen is, dat de bussen een plaats aan de Achterdijk zullen krijgen.
Nu blijkbaar aan deze afspraak geen gevolg is gegeven zal aan de gemaakte
afspraak herinnerd worden.
De Heer Theunisse vraagt of medegedeeld kan worden welk bedrag vergoed
wordt voor extra funde rings kost en voor een te bouwen premie-woning.
De Voorzitter antwoordtdat in deze kosten wel een extra rijksbijdrage
kan worden verkregen, doch dat het hem niet bekend is hoe groot deze bij
drage is
De Heer Vreugde vraagt of de aansluiting van de percelen gelegen in de
onrendabele gebieden aan het buizennet der waterleiding niet kan worden
bespoedigd.
De Voorzitter antwoordt, dat hij er nog deze week bij de Directeur van
de Waterleidingmaatschappij op aangedrongen heeft om deze aansluitingen
zo spoedig mogelijk tot stand te laten brengen.
De Heer Luijten vraagt hoe het staat met de onderhandelingen die ge
voerd worden om te komen tot verkoop van de oude-straat aan de Drie-Weikes
aan de daarbij betrokken belanghebbenden.
De Voorzitter antwoordt, dat zo spoedig mogelijk tot afwikkeling van
deze aangelegenheid zal worden overgegaan.
De Heer Moerings vraagt wanneer tot afbraak kan worden overgegaan van
de door de gemeente aangekochte woning, die door N. Verbunt bewoond wordt.
De Voorzitter antwoordt, dat hiertoe zal worden overgegaan, zodra voor
de familie Verbunt andere woonruimte beschikbaar is.
De Heer Roosendaal vraagt met het oog op de te houden wielerronden, die
voor de gemeente belangrijke financiële voordelen opleveren, wanneer tot
verbetering van de Duiderstraat kan worden overgegaan.
De Voorzitter antwoordt, dat het in deze een weg betreft, die in beheer
en onderhoud is bij het Waterschapsbestuur
De Heer Moerings vraagt of reeds nadere mededelingen kunnen worden ge
daan over de eventuele overneming van polderwegen door de provincie en
de gemeente.
De Voorzitter antwoordt, dat de arbeid van de voor dit doel in het leven
geroepen commissie vertraging heeft ondervonden tengevolge van de extra
werkzaamheden die de watersnood veroorzaakt heeft. Spreker vestigt er
vervolgens de aandacht op, dat het voor de gemeente ondoenlijk is de pol
derwegen in de toestand, waarin deze thans verkeren, over te nemen.
De Heer Hürxkens vestigt er de aandacht op, dat in het dorp grote onge
rustheid bestaat over de opheffing van het Liefdegesticht "St. Jozef" en
vraagt of van gemeentewege geen maatregelen kunnen worden getroffen om
opheffing te vookomen.