4*
ïikbaar- 8. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot beschikbaarstelling
Ling ere- van een crediet voor de bouw van een nieuw gemeentehuis,
voor de Nadat de Voorzitter herinnnerd heeft aan de uitleg, die hij aan de hand
van een van de door de Heer Hurks te Roosendaal vervaardigde tekeningen vóór de
v gemeen- aanvang van de vergadering gegeven heeft, merkt hij op, dat Burgemeester
Lsen Wethouders voorstellen voor de bouw van een nieuw gemeentehuis een cre
diet te verlenen van 300.000,gespecificeerd als volgts
a. bouwkosten (plan met tor en)245*000,
b. Architectenhonorarium ,f 9*898
c. werktekeningenn 3*500,
d. bestekkenfl 500,
e. dagelijks toezicht5*000,
f. verwarming. 25*000,
g. onvoorzien11.102,
Totaal 300*000»
De Heer Luijten wijst op de jaarlijks terugkerende hoge uitgaven, die
de bouw van het nieuwe gemeentehuis ten gevolge zal hebben en vraagt zich
af of ook in de toekomst de gemeente haar verplichtingen zal kunnen blij
ven nakomen.
De Voorzitter antwoordt, dat hij de toekomst niet duister inziet en
baseert zijn mening hierop, dat tot heden nog steeds de beschikking over
voldoende dekkingsmiddelen is verkregen.
De Heer Akkermans vraagt of de kosten geheel voor rekening van de gemeen
te komen.
De Voorzitter antwoordt bevestigend en vestigt er de aandacht op, dat van
de Provinciale Commissie Werkverruiming de mededeling is ontvangen, dat
geen rijksbijdrage kan worden toegekend, daar bij het ontbreken van werk
loze bouwvakarbeiders het Rijk bij het uitvoeren van de werkzaamheden
geen belang heeft.
De Heer Akkermans vestigt er voorts de aandacht op, dat hij de mening
is toegedaan, dat ook met de overheidsgelden zuinig moet worden omgespron
gen, doch dat nu het gaat over de bouw van een gemeentehuis, dat als het
ware de eeuwen moet kunnen trotseren iets behoorlijks tot stand dient te
worden gebracht. Niettemin moet er een grens zijn. Spreker herinnert er aan
dat aanvankelijk is gesproken over een bedrag van 150.000,(verbou
wingsplan) daarna over een bedrag van 200.000,(nieuwbouw) en dat het
resultaat thans is, dat een bedrag van 300.000,nodig is.
De Voorzitter antwoordt, dat er inderdaad een grens moet zijn en wijst
er op, dat Burgemeester en Wethouders van oordeel zijn, dat het nieuw te
bouwen gemeentehuis op de door de Heer Akkermans gegeven grond aan be
hoorlijke eisen, ook in de toekomst, behoort te voldoen.
De Heer Corstjens vraagt of ook de kosten van afbraak van het bestaande
gebouw in het bedrag begrepen zijn.
De Voorzitter antwoordt, dat het oude pand voor de sloop kan worden
verkocht, doch dat met de architect hierover nog niet onderhandeld is.
De Heer Moerings verklaart niet tegen de bouw van een nieuw gemeente
huis te zijn, doch blijft het betreuren, dat het historisch gebouw niet
gerestaureerd wordt. Spreker vestigt er verder de aandacht op, dat, in
dien van overheidswege geen toestemming verleend wordt om voor de bouw
een bedrag van 300.000,-- te investeren er naar zijn oordeel geen an
dere oplossing mogelijk zal zijn dan het verbouwingsplan uit te voeren.
De Voorzitter antwoordt, dat in dat geval de zaak opnieuw zal moeten
worden bezien.
De Heer Koevoets verzoekt, nu het in deze over een zeer belangrijk be
sluit gaat, stemming over het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
Wethouder Vrolijk merkt op, dat hij het zeer zou betreuren indien het
voorstel van Burgemeester en Wethouders in stemming zou moeten worden
gebracht, nu toch aangenomen mag worden, dat eenieder de noodzakelijkheid
van de bouw van een nieuw gemeentehuis inziet.