12.
De Heer Koevoets vestigt mede met het "belang dat enige grote tuinders
met deze weg hebben de aandacht op de slechte toestand van de Vossestraat.
De Voorzitter antwoordt, dat nagegaan zal worden wat ter verbetering
van dit weggedeelte gedaan kan worden.
De Heer Koevoets vraagt hoe het staat met het verzoek van de bewoners
van de Oude Roosendaalse baan om hun woningen van drinkwater te voorzien.
De Voorzitter antwoordt, dat het verzoek om advies is gezonden aan de
Directeur van de Waterleidingmaatschappij te Oudenbosch, doch dat nog
geen antwoord is ontvangen.
De Heer Koevoets vraagt of het niet mogelijk is dat Burgemeester en
Wethouders het aantal vergunningen tot het houden van een loterij gaan
beperken, daar het publiek steeds meer lastig gevallen wordt met de ver
koop van loten, wat naar sprekers mening te bereiken is door b.v. om de 5
jaren aan de verenigingen vergunning te verlenen.
De Voorzitter antwoordt, dat Burgemeester en Wethouders zullen nagaan
wat gedaan kan worden om veelvuldige loterijen te voorkomen.
De Heer van Rijsbergen vestigt er de aandacht op, dat de straatverlich
ting op Kuivezand niet normaal functionneert.
De Voorzitter antwoordt, dat, zoals reeds eerder is opgemerkt de lampen
niet deugdelijk zijn en dat bij de P.N.E.M. een onderzoek naar deze om
standigheid zal worden ingesteld.
O De Heer Moerings vraagt of het met het oog op de branden, die de laatste
"tijd zijn voorgekomen geen aanbeveling verdient de straatverlichting
1s-Zondagsnacht te laten branden, terwijl de Heer Vreugde verzoekt in het
winterseizoen s-Zondagsmorgens alle lampen te laten branden.
De Voorzitter antwoordt, dat het niet zo eenvoudig is aan deze verzoeken
gevolg te geven met het oog op de aanwezigheid van automatische schake
laars. Niettemin zal een onderzoek worden ingesteld in hoeverre aan de
verlangens tegemoet kan worden gekomen.
De Heer Vreugde vraagt of in de Kralen reeds brandkranen aanwezig zijn.
De Voorzitter antwoordt, dat nog steeds geen gevolg is gegeven aan het
reeds jaren geleden gedaan verzoek om ter plaatse brandkranen te plaatsen
doch dat onlangs de toezegging is gedaan, dat, zodra in deze gemeente
werkzaamheden zullen worden uitgevoerd hiertoe zal worden overgegaan.
De Heer Luijten vraagt hoe het staat met de wijziging van het uitbrei
dingsplan waarover in de vorige vergadering is gesproken.
De1 Voorzitter antwoordt, dat de planologische dienst heeft toegezegd
tot spoedige afwerking te zullen overgaan.
De Heer Hürxkens vraagt aandacht voor de verlaging van de personele be-
lasting, waarover hij reeds meerdere malen heeft gesproken. Spreker ver-
klaart van oordeel te blijven, dat de billijkheid medebrengt, dat deze
gemeente van de 8e klasse naar de "Je overgaat.
De Voorzitter antwoordt, dat het in deze een verlaging van inkomsten
betekent en dat hij het raadzaam acht de aangekondigde wijziging van de
wet op de personele belasting af te ?/achten.
De Heer Vissenberg merkt op, dat hij het door de Heer Akkermans ingeno
men standpunt met betrekking tot de bouw van woningwetwoningen niet kan
delen nu in het bijzonder onder de arbeidende klasse nog een groot aantal
woningzoekenden aangetroffen wordt. Spreker dringt er op aan met de bouw
van woningwetwoningen ook te Stampersgat met voortvarendheid voort te
gaan en merkt op, dat naar zijn mening de eerste 5 of 10 jaar geen vrees
voor een woningoverschot bestaat.
Aangezien verder niets meer te behandelen is en geen der leden het
woord meer verlangt, sluit de Voorzitter de vergadering met de Christe
lijke groet.
De RAAD VOORNOEMD,
De Secretaris,
De Voorzitter,