-6-
De Heer F.A. Akkermans spreekt daarna als volgt:
„Het is mij een eer, Mijnheer de Voorzitter, een enkel woord te mogen zeggen
hij de gelegenheid, dat het ambt van Secretaris dezer gemeente 100 jaren
lang onafgebroken door éne familie in drie geslachten werd vervuld.
En dit verheugt mij te méér, Mijnheer de Voorzitter, omdat de paden der fa
milie van Mechelen in de wenteling der tijden zich meermalen met die mijner
eigen familie hebben gekruist.
Toen in het begin der 19e eeuw de oude wagenmakerszaak van Math, van Steen,
de grootvader van Louiske van Steen, aan het begin van de Rijpersweg, va -
cant kwam, werd deze zaak overgenomen door een zekere Nicolaas van Meche -
len, afkomstig van Huijbergen, uit een wagenmakersfamilie gesproten, welke
oude zaak te Huijbergen nog altijd onder denzelfde naam van Mechelen be -
staat
Al gauw was deze Nic. van Mechelen hier ingeburgerd, jarenlang was hij pen
ningmeester, thesaurier staat op zijn doodsprentjevan de kerk.
Hij had twee priesterzonen, die ik heb gekend als de deken van UIvenhout en
de deken van Sprundel.
Twee zoons kwamen in zijn eigen bedrijf, de oudste die Nicolaas heette en
permanent in de zaak is gebleven en de andere, Jan. Deze laatste ging al
vroeg naar Antwerpen om het rijtuigmakersvak te leren. Toen hij evenwel
niet spoedig aan het werk kon komen, nam hij de reisstaf weer ter hand en
kwam tenslotte in Parijs. Wat zo'n reis in dien tijd zeggen wilde zult ge
begrijpen. Slechts de diligence was het enige middel van snelvervoer.
In Parijs scheen ook gebrek aan werk voor zijn vak en tenslotte kwam hij
terecht bij een meubelmaker, waar hij veel vakkennis opdeed, wat in het
Gastel van die tijd onmogelijk geweest zou zijn.
Ik heb later nog meermalen werk van hem gezien, dat getuigde van zijn accu
ratesse en vakliefde.
Mijn grootvader, die gehuwd is geweest met Cornelia Buckens en woonde rond
de jaren 1840 - 1845 op de plaats waar thans onze secretaris woont, in de
toenmalige herberg „St. Joris", verliet dit huis om zich elders in Gastel
te vestigen en daardoor zijn toen aanstaande zwager J. van Mechelen kans te
geven om te trouwen, doordat de herberg „St. Joris" als bijverdienste de
bestaansmogelijkheid werkelijk vergrootte.
Later hebben wij hem gekend als Oom Jan van Mechelen.
Toen in den jare 1851 na de totstandkoming der gemeentewet hier de vacature
ontstond van Gemeentesecretaristoen nog een nevenbetrekking, werd door
hem gesolliciteerd, met het gevolg, dat na enige strijd, hij in deze func-r
tie werd gekozen.
Zijn oudste zoon Nicolaasdie aanvankelijk de opvolger zou worden van zijn
oom in de wagenmakerszaak, zag om gezondheidsredenen hiervan af en kwam
eerst als hulp, later als gemeenteontvanger op het raadhuis terecht.
De oude wagenmakers zaak werd rond 1879 overgenomen door mijn eigen vader en
wordt, hoewel geheel gewijzigd, thans nog door mijn broer als carrosserie-
bedrijf voortgezet.
Ik zei Mijnheer de Voorzitter dat de paden onzer beider families zich
herhaaldelijk hebben gekruist.
In het jaar 1897 werd de Heer Nic. van Mechelen secretaris in plaats van
zijn vader, die om ouderdoms overwegingen heenging,en was dus secretaris en
ontvanger onzer gemeente totdat na zijn schielijk verscheiden in het jaar
1921 zijn zoon Harry in de plaats van zijn vader werd gekozen. Hij was in
dien tijd de jongste secretaris in den lande.
Wij hopen van harte, dat onze huidige secretaris nog vele jaren zal kunnen
toevoegen aan het verantwoordelijke ambt, dat van vader op zoon en klein -
zoon gebleken is aan goede handen te zijn toevertrouwd.
Dat geve God
Hierna krijgt de Secretaris gelegenheid voor het uitspreken van een dank
woord.
Op dit voor hem en zijn familie historisch moment wil de Heer van Mechelen
even verwijlen bij zijn voorvaderen. Zijn grootvader heeft hij nog gekend
maar veel persoonlijke herinneringen heeft hij niet meer aan hem. Wat be -
treft zijn vader ligt de zaak anders. Deze was, aldus spreker, een goed
maar ook een streng man, die hem nadat hij in 1915 voor het eerst de trap-