-4- dat de Heer N.A. van Mechelen van 1897 af als Secretaris en van 1882 af als Ontvanger werkzaam was geweest als een eerlijk, rechtschapen en zuinig amb tenaar die de belangen van de gemeente behartigde als de zijne en die in zijn arbeid onvermoeibaar was. Het oudste raadslid de heer Dr. Dautzenberg sluit zich aan bij de woorden van de voorzitter en verklaart dat de heer van Mechelen steeds zijn sympathie heeft afgedwongen door zijn grote werkijver en door zijn zuinig beheer. Hij schetst in het kort hoe vertrowelijk de Heer van Mechelen met de gemeentenarén omging en hij meent de tolk van de raad te zijn als hij verklaart dat de nagedachtenis van deze gemeentesecre taris bij de raad steeds in ere zal blijven. Tijdens het secretariaat van de Heer Jan van Mechelen was deze functie meer een passieve. Anders was dit geleidelijk onder Nic. A. van Mechelen geworden. Door hem en onder zijn leiding werd. alles wat de raad te behandelen kreeg, te voren klaar gemaakt. Er was een evolutie ontstaan die de gemeentesecretarie met aan het hoofd de gemeentesecretarismeer werk en meer verantwoordelijkheid oflegde. Deze beide voorouders van de tegenwoordige secretaris leefden in een tijd dat de gemeente practisch geheel voor eigen financien moest zorgen, wat on getwijfeld zijn stempel drukte op de besluiten van de raad. Ieder besluit immers waaraan financiële consequenties verbonden waren, voelden deze oude raadsleden in hun eigen beurs. In die tijd immers konden uitsluitend belas ting betalende burgers raadsleden zijn en iedere nieuwe uitgaaf van de ge meente betekende - ook voor hen - belastingverhoging. In de eerstvolgende raadsvergaderingen fungeert de huidige gemeenteontvanger toen nog ambtenaar ter gemeentesecretarie, als waarnemend secretaris. In deze zelfde vergadering (22 Maart 1921) wordt de zoon van de overleden secretaris, toen ambtenaar ter secretarie, benoemd tot administrateur van het Burgerlijk Armbestuur in de plaats van zijn vader. De functie van secretaris-ontvanger wordt thans gesplitst en op 10 Mei 1921 wordt C.A. Hennekam benoemd tot gemeenteontvanger. In de raadsvergadering van 4 Augustus 1921 wordt de Heer H.J. van Mechelen, ambtenaar ter secretarie alhier, benoemd tot gemeentesecretaris (met alge mene stemmen)zulks met ingang van de dag van zijn beëdiging. Ik moge hierbij opmerken dat de Heer P. Verholen, onze tegenwoordige Wethou der, nog aan deze benoeming heeft medegewerkt. In de vergadering van 1 September 1921 vindt deze beëdiging plaats. In zijn felicitatie spreekt de Burgemeester de hoop uit dat de nieuw-benoemde deze betrekking lange jaren met nauwgezetheid en plichtsbetrachting zal mogen vervullen. Hij twijfelt niet aan de werklust en ijver van de jonge secreta ris en meent daarom met vertrouwen de toekomst met hem tegemoet te kunnen gaan. Deze verwachtingen zijn zeker ten volle vervuld! Gij SecretarisH.J. van Mechelen hebt het goede voorbeeld van Uwe voorou ders, vooral dat van Uwen vader, in alle opzichten opgevolgd. Gij leeft in dén woord geheel voor Uw werk. Ik zou haast zeggen dat gij „te" sterk zijt samengegroeid met het gemeente huis waar gij nu reeds meer dan 36 jaren Uw taak vervult zonder ooit in al die jaren gebruik te hebben gemaakt van Uw recht om eens gedurende een be - hoorlijk aantal verlofdagen te genieten van een welverdiende rust (behalve jnisschien voor Uw huwelijksreis). Ik zou U vanaf deze plaats willen verzoeken te gedenken dat de boog niet al tijd gespannen kon zijn. Ik wil U en Uwe voorouders danken voor alles wat zij in deze 100 jaren voor deze gemeente hebben gedaan. Ik wil U speciaal danken voor de steun die ik in mijn reeds bijna 12-jarige ambtsperiode als burgemeester in deze gemeente van U mocht ondervinden. Ik moge U danken voor al hetgeen gij Uw ambtenaren aan kennis in het administratieve werk hebt bijgebracht. Meerdere van hen hebben een eervolle positie in de maatschappij bereikt. De verhouding tussen U en Uw personeel is kameraadschappelijk en toch weet gij te domineren. Uw kennis ven wetten en voorschriften is uitmuntend en steeds weet gij bij verschil van inzicht de juiste weg te bewandelen om botsing van meningen te voorkomen.

Raadsnotulen

Oud en Nieuw Gastel: 1938-1980 | 1951 | | pagina 59