-3- Oppositie is er blijkbaar ook in die tijd geweest, want door een anonieme briefschrijver was de aandacht van de Commissaris der Koningin er op geves tigd dat de betrekkingen van secretaris en ontvanger in één persoon verenigd in strijd met de wet was, omdat het aantal zielen in 1911 was gestegen tot 5144. De anonimus bereikte echter het tegendeel van zijn bedoelingen want zijn schrijven was aanleiding tot het steken van de loftrompet over de Secretaris. Bij monde van Wethouder Dr, Dautzenberg werd in een openbare zitting van de gemeenteraad hulde gebracht aan de activiteit van de secretaris en de eer - lijkheid en trouw van de ontvanger, beide in de persoon van N.A. van Meche- len verenigd. De gehele raad zou het ten zeerste betreuren, indien tot splitsing van de betrekkingen moest worden overgegaan, aangezien de gemeentezaken, zowel de administratieve als de finantiele, in geen betere en geschikter handen zou den kunnen berusten. De Commissaris der Koningin zelf had meermalen bij be zoeken aan de gemeente, woorden van lof gesproken over de Secretaris en de ontvanger die zijn zaken zo stipt in orde had. Met algemene stemmen, waarbij de voorzitter zich van stemming meende te moe ten onthouden werd dan ook de volgende motie aangenomen; „De Raad der gemeente Oud- en Nieuw Gastel, kennis genomen hebbende van het anonieme schrijven aan Zijne Excellentie den Commissaris der Koningin brengt hulde aan de activiteit en trouw van zijn Secretaris, spreekt zijn verachting uit over bovengenoemd schrijven, handhaaft de Secretaris in bei de betrekkingen en gaat over tot de orde van de dag." Dat de appel niet ver van de boom valt blijkt uit het genotuleerde in 1913 waar tij de behandeling van de Pensioenwet 1913 tot uitdrukking komt hoe de gemeentesecretaris geheel in zijn taak opgaat, daaraan al zijn tijd en meestal ook de avonduren besteedt zodat hij nimmer zelfs maar tijd kan vin den om eens een paar dagen met verlof te gaan, zoals de andere ambtenaren. (Een zuiver beeld van de tegenwoordige secretaris). In 1914 breekt de oorlog uit en daarmede nemen de secretariewerkzaamheden enorm in omvang toe. Augustus 1915 is de maand waarin de huidige Secretaris H.J. van Mechelen zijn vader, aanvankelijk als volontair, ter zijde begint te staan. Over 1916 ontvangt hij zijn eerste gratificatie van 100,uit de gemeentekas. De meerdere werkzaamheden die tengevolge van de oorlog ter secretarie moes ten verricht worden, zoals de vluchtelingenzorg, de aanstelling van een tij delijk ambtenaar voor de broodvoorziening alsmede het beschikbaar komen van het oude postkantoor tengevolge van de bouw van een nieuw postkantoor, deden de raad besluiten de secretarie over te plaatsen van de Markt naar de Dorps straat. Op 28 Augustus 1916 wordt het nieuwe gemeentehuis, nadat enige verbeteringen waren aangebracht en nieuwe meubelen waren aangeschaft, in gebruik genomen. Tijdens de eerste daarin plaats hebbende raadsvergadering op 29 Augustus wordt dit gebouw als volgt beschreven;„Thans beschikken wij over flinke kan toren, een ruime kamer voor de burgemeester, een ruime en „gezellige" raad zaal en een afzonderlijk vertrek voor het kadaster, een en ander zeer in het belang der gemeente." Als we dit gebouw thans bezien kunnen we niet anders dan constateren dat de tijden veranderd zijn en de gemeentelijke administratie in deze jaren een enorme vlucht heeft genomen. Het is dan ook ten zeerste te betreuren dat tengevolge van de huidige tijdsomstandigheden de plannen tot inrichting van een nieuw gemeentehuis weer op de lange baan geschoven moeten worden. Tijdens de wekelijkse Zaterdagavondbijeenkomst van de herensociëteit op de Markt, de enige ontspanning die hij zich in zijn drukke leven gunde, komt de Secretaris N.A. van Mechelen op 14 Februari 1921 des avonds om kwart voor 12 plotseling te overlijden. Groot was de verslagenheid in de gemeente door het plotselinge verscheiden van deze verknochte, trouwe, ijverige en altijd aan en in het belang van de gemeente werkende ambtenaar, die steeds voor iedereen klaar stond en hielp wie hij kon; zonder wie de gemeente nauwelijks denkbaar was. Plotseling was aan dit werkzaam leven een einde gemaakt. In de korte herdenkingsrede die burgemeester Mastboom in de raadsvergadering van 22 Maart 1921 uitspreekt, komt dit ook zeer duidelijk tot uitdrukking. De heer Mastboom memoreerde

Raadsnotulen

Oud en Nieuw Gastel: 1938-1980 | 1951 | | pagina 58