- 8 Het gehucht Heinsberg moge dan met betrekking tot zijn ligging de kom van Oudenbosch meer benaderen, in eco - nomisch en sociaal opzicht is dit een agrarisch gebied, dat naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders eerder gebaat is bij een agrarisch ingesteld beheer dan bij een meer industrie'ëel georienteerd bestuur.Er varingen, elders in deze provincie, hebben dit reeds uitgewezen. Het vaak naar voren gebrachte motief der aansluiting aan het electriciteitsnetis slechts een detail, dat hier niet uitvoerig behoeft te worden behandeld. Het heeft trouwens iedere betekenis verloren nu door de N. V. Provinciale electriciteitsmaatschappij bereids met de aansluiting aan het electrisch net is begonnen. In het Noorden zou de fabriek „Lama", gevestigd in een voormalige svikerfabriek, onmiddellijk gaan grenzen aan de gemeen'je Oudenbosch. Deze ligging zal reeds spoedig bij uitbreiding spanningen veroorzaken, het - geen onder mejr naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders aanleiding is om aan te dringen op het tra ceren van de nieuwe grens over en nabij de nieuw ge - projecteerde weg." Burgemeester en Wethouders zijn er zich van bewust, dat op sommige punten een herziening niet zal mogen uitblijven, doch spreken anderzijds de verwachting uit, dat Gedeputeerde Staten met bovenstaande opmer - kingen, welke gebaseerd zijn op objectieve gegevens en in genen dele zelfs de meest optimistische verwachtin gen van de gemeente Oudenbosch zullen belemmeren, re - kening zullen willen houden. Nadat de Voorzitter heeft opgemerkt, dat Burgemeester en Wethouders voorstellen bovenstaande beschouwingen aan Gedeputeerde Staten mede te delen, vraagt hij of het voorstel van Burgemeester en Wethouders aanleiding geeft tot het maken van op- of aanmerkingen of tot het stellen van vragen. De Heer Verholen merkt op, dat ook naar zijn mening Hoeven als zelfstandige gemeente gehandhaafd dient te blijven, daar deze gemeente alle eigenschappen bezit om te blijven voortbestaan. Naar sprekers oordeel wenst de gem :ente Oudenbosch geen samenwerking met an dere omliggende gemeenten. Mogelijk acht zij samenwer king beneden haar waardigheid, dan wel verlangt zij dit niet, omdat zij bevreesd is, dat daardoor de door haar aangevoerde argumenten te niet worden gedaan. Mo gelijk is de gemeente Oudenbosch er van overtuigd, dat zij door voortdurend op uitbreiding van haar grondge - bied te blijven aandringen bij Gedeputeerde Staten ge hoor zal krijgen. Vervolgens stelt spreker de vraag of de gemeenten die door grenswijziging worden bedreigd het onjuiste van de beoogde wijziging moeten aantonen. Het omgekeerde moet naar sprekers oordeel het geval zijn n.l. Oudenbosch zal met gedocumenteerde gegevens hebben te bewijzen de redelijkheid van uitbreiding van haar gebied. De Heer Moerings merkt op, dat de poldergronden die bij de annexatie zijn betrokken ten enenmale ongeschikt zijn voor industrievestiging en woningbouw. De Heer Akkermans betoogt, dat Oudenbosch blijkbaar aan grootheidswaanzin lijdt en spreekt de hoop uit, dat Oudenbosch niet het beoogde doel zal bereiken.

Raadsnotulen

Oud en Nieuw Gastel: 1938-1980 | 1950 | | pagina 31