a Aankoop grond woningwetwonin gen en aan vraag Rijks- voorschot 4. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om opnieuw over t i-gaan tot aankoop van grond van de N.V. Maatschappij voor Sloopwerken te Stampersgat voor den bouw van woningwet"oning en aanvraag rijksvoorschotten voor den bouw van deze woningei De Voorzitter merkt op, dat op grond van de onder 3 vermelde omstandigheid ook dit besluit opnieuw behoort te worden ge nomen, zoodat Burgemeester en Wethouders voorstellen van de N.V. Maatschappij voor Sloopwerken te Stampersgat voor den bouw van 10 woningwetwoningen onderhands aan te kopen het ka dastrale perceel Sectie B. No. 1653, groot 8250 M2 en een ge deelte van het perceel sectie B. No. 1657, groot 1000 M2, te den prijs van f. 1,50 per M2. Voorts stellen Burgemeester en Wethouders voor, voor den bou' van deze woningen een rijksvoorschot aan te vragen van f. f.150.000 of zooveel meer of minder als de kosten van aanbe steding zullen bedragen. De Hei.r Akkermans brengt onder de 'andacht, dat het hem gebl ken is dat het schilderwerk van deze woningen niet afzonde: lijk wordt aanbesteed, ofschoon dit bij aanbestedingen gebru: kelijk is Spreker vraagt of het nog mogelijk is het schild werk apart aan te besteden. De Voorzitter antwoordt, dat hij aan den architect zal vragei of de mogelijkheid hiertoe nog bestaat. Voorts wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig de voorstellen van Burgemeester en Wethouders besloten. Opnieuw vast stelling ver ordening art. 4 bioscoopwet. Rondvraag. 5. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om over te gaan ti opnieuw vaststelling van een verordening, als bedoeld in art 4* van de bioscoopwet. De Voorzitter merkt op, dat Burgemeester en Wethouders naar aatleiding van een ontvangen schrijven van den Minister van Binnenlandeche zaken d.d. 26 Augustus 1946 No. 20837 voorstel len tot opnieuw vaststelling van deze verordening over te g met inachtneming van de gemaakte aanmerkingen, hierop neer- komend, dat artikel 2 van de vastgestelde verordening dient t worden geschrapt. Overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders wo zonder hoofdelijke stemming besloten. De Voorzitter vraagt vervolgens, of een der leden nog iets in het belang van de gemeente te vragen of mede te deelen heelt De Heer Luijten spreekt er zijn verwondering over uit, dat il de dagbladen die in deze gemeente verschijnen eenoproeping verschenen voor een gemeenteopzichter. Sprekerhaahetjuist 'gevonden, dat de gemeenteraad hiermede vooraf in ïennis was gesteld en vraagt welke werkzaamheden de opzichter te ver- De^Voorzïttfr'antwoordt, dat vooral in de huidige omstandighl den een gemeenteopzichter dringend nocilg ie. l verder op, dat geen eischen zijn gesteld, daar het is -dat een sollicitant die over geen bevoegdheden beschikt zoodanige practische ervaring heeft, dat aan zooiemand de voorkeur moet worden gegeven boven een sollicitant die over theoretische kennis beschikt. De werkzaamheden die aan aen zichter zullen worden opgedragen zullen in hoofdzaak feestaa uit toezicht op de openbare gemeentewerken en ae privaatrecn lijke gemeenteeigendommen. De Heer Luijten vraagt vervolgens of de opzichter ook belast wordt met het dagelijksch toezicht op den woningbouw. De Voorzitter antwoordt, dat dit thans nog niet kan worden beoordeeld, daar dit afhankelijk is van de bemoeiingen die het Bouw-, Woning- en Welstandstoezicht te Breda met den woning bouw blijft houden. Hieromtrent moet nog nader overleg worden gepleegd. De Heer Akkermans vraagt of de aanstelling van een opzichter in volledigen dienst gemotiveerd is. De Voorzitter antwoordt, dat dit naar zijn oordeel zeer zeker het geval is vooral met het oog op de vele plannen die in deze gemeente in de eerstkomende jaren aan de orde komen. De Heer Uitdewilligen vraagt of het noodig is, dat, indien tot aanstelling van een gemeenteopzichter wordt overgegaan de ge meente aangesloten blijft bij het Bouw-, Woning- en Welstands toezicht te Breda. De Voorzitter antwoordt, dat gedeputeerde Staten niet goedvin den, dat deze aansluiting geheel te niet wordt gedaan. De Heer Heijnen vraagt of het bekend is wanneer de schuurtjes bij de noodwoningen te Stampersgat geplaatst worden. De Voorzitter antwoordt, dat de schuurtjes reeds zijn aange- steed, doch dat tot heden de uitvoering om onbekende redenen nog niet is geschied. De Heer Konings wijst op den zeer slechten toestand, waarin zich de woning Steenstraat B. No.288 bewoond door J. Danen en de woning Rijpersweg A. No. 104 bewoond door P. Tax zich be vinden en vraagt of met het oog op den komenden winter niet spoedig maatregelen tot verbetering dezer woningen getroffen kunnen worden. De Voorzitter antwoordt, dat deze aangelegenheid de volle aan dacht van Burgemeester en Wethouders heeft en dat de eigenares van deze woningen, zijnde de N.V. Handelmaatschappij v/h Backers en Oo. te Roosendaal reeds geruimen tijd geleden aan geschreven is om de door het Bouw-, Woning- en Welstandstoe zicht te Breda voorgeschreven verbeteringen aan te brengen. Indien belanghebbende aan deze aanschrijving geen gevolg geeft kunnen deze verbeteringen op zijn kosten door de gemeente aan gebracht worden. De Heer Akkermans bepleit de wenschelijkheia om in het dorp beplantingen aan te brengen. De Voorzitter antwoordt, dat hij het met de zienswijze van den Heer Akkermans volkomen eens is en dat al het mogelijke ge daan moet worden om de gemeente te verfraaien. Aan deze aange legenheid zullen Burgemeester en Wethouders, zoodra de omstan- oigheden dit toelaten hun volle aandacht besteden. De He r Heijnen brengt onder de aandacht, dat de slangenwagen te Stampersgat opgeborgen is op een zoodanige wijze, dat deze bij brand niet te bereiken is, daar in het betreffende lokaal materialen zijn opgeslagen, die om den slangenwagen te berei ken eerst moeten worden verwijderd. De Voorzitter antwoordt, dat reeds eenigen tijd geleden op dracht is verstrekt om den slangenwagen te verplaatsen en—dart en dat de toezegging is gedaan, dat hiervoor zou worden zorg gedragen. Een onderzoek naar de reden waarom dit niet is ge schied zal worden ingesteld De Heer Verholen vraagt of het niet mogelijk is om in de om geving van het gemaal van het Waterschap te Stampersgat een straatlanta- rn te plaatsen die daar met, het oog op een veilig verkeer dringend noodig is. - De Voorzitter -

Raadsnotulen

Oud en Nieuw Gastel: 1938-1980 | 1946 | | pagina 12