z
t
w
j
V
r
s
V
Pi
VERGADERING VAN DEN GEMEENTERAAD
op Maan dag 30 Juni 1941
des na middags 2 uur
Voorzitter is de Edelachtbare Heer H.J.M.Hofland,Burgemeester
Tegenwoordig zijn de leden: C.F.M.Melsen, J.A.van Ierssel, H.
Luijten, A.J.van Wezel, P.Verholen, A.C.Geerts, P.J.A.Smoor,
J.C.RomboutsJ.van Rijsbergen, P.J.B.Uitdewilligen en M.TheuJ
nisse. Er zijn twee vacatures tengevolge van de ontslagname
door J.E.Luijkx en het overlijden van lil.J.van Rispen.
Opening. De Voorzitter opent de vergadering om kwart over twee met den
Christelijken groet en wijdt, alvorens tot afhandeling van de
agenda wordt overgegaan, enkele woorden aan de nagedachtenis
van den heer van Nispen, die op 5 Mei j.l. overleden is. Spre-J
ker hoopt, dat de overledene reeds zijn loon geniet voor het
vele goede, dat hij in zijn leven gedaan heeft en vertrouwt, j
dat de Heer van Nispen in dankbare herinnering bij de leden
van den raad zal blijven voortleven.
Achtereenvolgens stelt de voorzitter aan de orde;
iNotulen.
1_. Vaststelling van de notulen van de vorige vergaderingen.
Na voorlezing worden deze notulen onveranderd goedgekeurd.
De Heer van Ierssel vraagt, naar aanleiding van de voorgelezerl
notulen, of hij de gelegenheid krijgt om het door hem ingeno
men standpunt met betrekking tot de aangekochte ambtswoning
voor den burgemeester, te verdedigen.
De Voorzitter antwoordt, dat in deze vergadering nog wel ge
legenheid zal bestaan om hiertoe over te gaan.
Geloofsbrieven 2. Onderzoek van de geloofsbrieven van de nieuw-benoemde le-
G.Couwenbergh den van den raad G.Couwenbergh en J.van der Vorst.
en J.vd.Vorst. Op verzoek van den voorzitter verklaren de Keeren Theunisse,
Uitdewilligen en van Rijsbergen zich bereid de ingekomen ge- I
l&ofsbrieven te onderzoeken.
Op voorstel van den voorzitter wordt de vergadering tijdens
dit onderzoek geschorst
Na gehouden onderzoek rapporteert de Heer Theunissedat de
geloofsbrieven zijn onderzocht, zoodat hij namens de commis
sie van onderzoek adviseert om, nu de geloofsbrieven in orde
zijn bevonden, de Heeren Couwenbergh en van der Vorst toe te i
laten als leden van den raad dezer gemeente, waartoe zonder
hoofdelijke stemming besloten wordt
Hierna leggen de toegelatenen in handen van den voorzitter dei
in artikel 45 van de gemeentewet bedoelde eeden af, eerst de
zuiveringseed, daarna die van trouw aan de grondwet en aan de
wetten des rijks.
De Voorzitter wenscht de toegelatenen geluk en spreekt het
vertrouwen uit, dat zij getrouw de op hen rustende verplich
tingen zullen nakomen en bij het nemen van besluiten steeds
het gemeentebelang voor oogen zullen houden. Voorts wijst er I
de Voorzitter op, dat in de toekoms-4: de toegelatenen niet
meer in dezelfde vergadering beëedigd zullen worden, aange
zien dit formeel niet juist is. Immers de beroepstermijn
wordt hierdoor illusoir gemaakt.
Zie besluip no 25 en 26.
n. s. 11207