Ir
I
V.
Aankoop gedeelte
Lange Dreef,
De heer van Nispen licht vervolgens toe, dat van het bedrag
ad. F.200, dat voor Oud-Gastel gevraagd wordt reeds F.125
besteed wordt voor kinderfeesten.
De heer van Wezel merkt op, dat hij geen enkel bezwaar
tegen feestviering heeft, doch acht het gevraagde bedrag
aan den hoogen kant..
De Voorzitter merkt op, dat het met het oog op den beschik
baren tijd er naar zijn oordeel termen aanwezig zijn om
voor dit jaar den eisch van collecteeren te laten vervallen
en stelt voor het gevraagde subsidie voor 1939 te verleenen
onder voorwaarde, dat aan de kinderfeesten voldoende aandacl
geschonken wordt.
Overeenkomstig dit voorstel wordt voorts zonder hoofdelijke
stemming besloten.
Zie besluit no. 45.
q.Schrijven van Gedeputeerde Staten dezer provincie d.d. 19
Juli j.l, G.No. 529 houdende aanmerking op het raadsbesluit
van 8 Juni j.l. tot aankoop van.een gedeelte van de ^ange
Dreef.
Overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders
wordt zonder hoofdelijke stemming besloten terzake een nieiw
besluit te nemen met inachtname van de door Gedeputeerde StJ
ten gemaakte bedenkingen.
Zie besluit no. 46.
Afwijzende beslis r. Schrijven van E.Roek, e.a. alhier, d.d. 20 *"ei j.l. hou
sing vervoerkos- dende verzoek om een vergoeding uit de gemeentekas te mo
ten ambachtsschool, gen ontvangen voor het vervoer van hun kinderen naar en
van de ambachtschool te Bergen op Zoom.
De Voorzitter merkt op, dat inwilliging van dit verzoek
niet mogelijk is, zulks op grond van het bepaalde bij artikl
26 letter g van ae Nijverheidsonderwijswet. De heer Verholen
vraagt of het niet mogelijk is naar een goedkoopere vervoer]
gelegenheid uit te zien.
De Voorzitter antwoordt, dat inwilliging van het verzoek ni|
geoorloofd is.
De heer van Rijsbergen merkt op, dat nu te Roosendaal een
ambachtsschool is opgericht de vervoerkwestie in de naaste
toekomst voor een groot deel zal zijn opgelost.
Nadat de heer Verholen nog heeft opgemerkt, dat er toch
iets voor te zeggen valt, dat in noodzakelijke gevallen
geholpen w©rd$ wordt zonder hoofdelijke stemming besloten
het verzoek af te wijzen.
Zie besluit no. 47.
Toetreding borg- s^ Schrijven van het borgstellingsfonds voor W.Noord-Braban'
stellingsfonds te Breda d.d. 26 April j.l. houdende verzoek om toetreding
tot gemeld fonds.
De Voorzitter merkt op, dat dit verzoek reeds in de vorige
vergadering is behandeld doch de beslissing is uitgesteld
tot deze vergadering in verband met het nader inwinnen van
inlichtingen over deze aangelegenheid.
De heer van Nispen brengt onder de aandacht, dat na het in
winnen van inlichtingen verschillende bezwaren die bij hem
oorspronkelijk bestaonden zijn opgeheven. Zoo is hem geble
ken, dat een noodlijdende zaak een voorschot van F.500 kan
krijgen en dat het voeren eener deskundige boekhouding niet
verplichtend is voorgeschreven. Naar sprekers oordeel ver
dient het wellicht aanbeveling een commissie te benoemen
ter nadere bestudeering dezer aangelegenheid.
De heer Luijks is van oordeel, dat het absoluut noodig is
dat voor den middenstand iets gedaan wordt en zou daarom
willen voorstellen het verzoek in te willigen.
WNo or d-3r atrn t
Vergoeding art
101 L.0.wet
1920,over 1938
Aanbieding re
kening burger
lijk armbe
stuur dienst
jaar 1938.
Opheffing ze
kerheid borg
tocht gemeente
ontvanger.
Begrootingswi j-
ziging.
Rondvraag.
De heer Melsen verklaart eveneens van oordeel te zijn, dat
het mogelijk moet zijn om in noodzakelijke gevallen te helpen.
De heer van Wezel verklaart wel voor toetreding te zijn, doch
aaht de eerste storting van plm. F.600 hoog.
De heer Verholen verklaart voor aansluiting te zijn, daar veel
kleine middenstanders hulpbehoevend zijn.
De Voorzitter vraagt zich af of het niet verstandiger is
eerst een onderzoek in te stellen of aansluiting voor de ge
meente praktische beteekenis heeft.
Op voorstel van den heer Luijkx, dat gesteund wordt door de
heeren Melsen en Luijten, wordt vervolgens zonder hoofdelijke
stemming besloten met ingang van 1 Januari 1940 toe te treden
tot het borgstellingsfonds voor W.Noordbrabant
Zie besluit no. 48.
t. Nota van aanmerkingen bij Gedeputeerde Staten dezer pro
vincie gevallen op het besluit van den raad dezer gemeente
tot wijziging van de gemeentebegrooting voor het dienstjaar
1939
Overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
wordt zonder hoofdelijke stemming besloten het op 8 Juni j.l.
genomen besluit tot wijziging van de gemeentebegrooting in den
door Gedeputeerde Staten aangegeven zin te herzien en deze
wijzigingen te verwerken in het te nemen besluit vermeld onder
volgnummer 7 der agenda.
.4. Vaststelling van de gemeentelijke vergoeding en de voor
vergoeding in aanmerking komende uitgaven, als bedoeld in ar
tikel 101 van de L.O.wet, over 1938i
Overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
wordt zonder hoofdelijke stemming besloten deze vergoeding
en de in aanmerking komende uitgaven vast te stellen op de be
dragen in onderstaande besluiten vermeld.
Zie besluiten nos. 49 en 50.
5Aanbieding van de rekening van het burgerlijk armbestuur
over het dienstjaar 1938.
Op verzoek van den voorzitter verklaren de heeren van Rijsber
gen en van Nispen zich bereid deze rekening aan een onderzoek
te onderwerpen om hierover in de volgende vergadering rapport
uit te brengen. Aan den heer van Ierssel, die niet aanwezig
is zal worden gevraagd om van de commissie deel uit te maken.
6.Opheffing van de gestelde zekerheid door den gemeente-ont
vanger. Overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wet
houders wordt zonder hoofdelijke stemming besloten tot op
heffing van de door den ontvanger gestelde zekerheid over te
gaan, nu de gemeenteborgtochtenwet is ingetrokken.
Zie besluit no. 51.
7. Wijziging van de gemeentebegrooting voor het dienstjaar
1939 en wijziging van de begrooting van het gem.elec.bedrijf
voor het dienstjaar 1939.
Overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
wordt zonder hoofdelijke stemming besloten aan de concept
besluiten goedkeuring te verleenen en tot intrekking over te
gaan van het besluit tot wijziging van de begrooting voor
het dienstjaar 1939 d.d. 8 Juni j.l. Voorts wordt besloten
tot het aangaan van een geldleening tot een bedrag van F.3900
rentende 4^%, tegen een koers van 100, zulks ter bestrijding
van de kosten vallende op de onteigening van gronden voor de
Rietwerken.
Zie besluiten nos. 52 t/m 54.
De Voorzitter vraagt vervolgens of een der leden nog iets in
het belang van de gemeenfe te vragen of mede te deelen heeft.
De heer 'Theunisse vraagt of het niet mogelijk is om op den
Noordzeedijk een straatlantaarn bij te plaatsen. De Voorzitter
antwoordt, dat hij deze aangelegenheid met den technisch-ambte-
naar van het bedrijf zal bespreken.
i
I