Terugvordering Ongeacht de hoogte van de fraude wordt er vanuit gegaan, dat de ten onrechte ontvangen bijstand altijd wordt teruggevorderd. In de praktijk kan dit ertoe leiden dat er sprake is van een lange aflossingsperiode, omdat er in het algemeen slechts 10% van de normbijstand voor de aflossing in aanmerking komt. Deze aflossing kan door werkaanvaarding hoger zijn. Bij terugvor dering dient te worden beoordeeld of de ten onrechte verstrekte bijstand netto of bruto moet worden teruggevorderd. Ofschoon de cliënt het eens kan zijn met de voorgelegde vordering, zal over de fraudeperiode in alle gevallen een schuldbekentenis dienen te worden opgemaakt, waarbij tevens een betalings regeling zal moeten worden getroffen. Alle ruimte boven de beslagvrije voet moet worden aangewend voor aflossing van de schuld. De aflossing van de schuld gaat in, nadat een eventuele administratieve sanctieperiode is afgesloten. Na ondertekening van de schuldbekentenis door de fraudeur en diens eventuele echtgeno(o)t(e)/- partner, dient te worden beoordeeld of de schuld veilig gesteld dient te worden door een uitspraak van de rechter. Hierbij dient te worden bezien of een schuld kan verjaren. Terugvorde ring is immers mogelijk tot 5 jaar na de verstrekking. In de praktijk betekent dit, dat vrijwel alle grote zaken moeten worden voorgelegd aan de rechter. Als de schuldbekentenis en de afbetalingsregeling aan de kantonrechter worden voorgelegd betekent dit een akkoord tussen fraudeur en gemeente en zal de kantonrechter conform dit akkoord een uitspraak doen. Als de zaak naar "tevredenheid" is afgehandeld kan vervolgens in de meeste gevallen worden volstaan met het treffen van een administratieve sanctie. Er zal wat dat betreft een beslissing worden gevraagd omtrent een te voeren sanctiebeleid dat overeenstemt met de duur van de fraude en het ten onrechte ontvangen bedrag aan bijstand. Gelet op de terugvordering tot de beslagvrije voet verdient het aanbeveling de afbetaling te laten ingaan op het moment dat de sanctieperiode is afgesloten. Indien de cliënt het niet eens is met de periode dan wel de hoogte van het bedrag waarop de terugvordering is gebaseerd, verdient het aanbeveling die zaken voor te leggen aan de kanton rechter en zijn uitspraak af te wachten. Né de uitspraak kan worden gehandeld als hiervoor. Administratieve sanctie Alleen in die gevallen waarin geen strafrechtelijke afhandeling plaatsvindt en de uitkeringssituatie van betrokkene wordt voortgezet, is een administratieve sanctie mogelijk. In de meeste gevallen zal het gaan om fraude in de eerste categorie. Het is aan de beleidsvrijheid van de gemeente overgelaten om de administratieve sanctie zelf in te vullen. Daar de al eerder genoemde Wet Administratieve boeten in voorbereiding is, zal in deze vooralsnog een afwachtende houding worden ingenomen. Stuiten van verjaring Uit het gestelde in artikel 87 Abw blijkt, dat de kosten van bijstand -die meer dan vijf jaar voor de datum van verzending van de beschikking tot terugvordering zijn gemaakt- niet meer kunnen worden teruggevorderd. De vorderingen verjaren dus. Dat betekent dat de gemeenten in gevallen van terugvordering tijdig binnen twee jaar) in de vorm van een beschikking en jaarlijkse saldobevestigingen dienen te reageren. In de praktijk blijkt namelijk dat gemeenten die dit nalaten, bij de rechter in het ongelijk worden gesteld op grond van het niet voldoen aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Een tweede wijze om verjaring te stuiten is de erkenning van de schuld door de cliënt. Daar waar Fraudebeleidsplan ingevolge Abw 10

Raadsnotulen

Nieuw-Vossemeer: 1957-1996 | 1996 | | pagina 78