Het heronderzoek heeft tot doel: - het controleren van het recht op bijstand in de voorliggende periode; - het opnieuw toetsen van het recht op bijstand voor de komende periode en - het nagaan of er wijzigingen gekomen zijn in de eerder verstrekte gegevens. Het is daarom van belang om -naast het volledig door de cliënt ingevulde heronderzoekformulier en de daarbij overlegde bewijsstukken- een rapport te vervaardigen met vaste toets- en controlepunten. Hierdoor wordt het rapport overzichtelijker en voor een volgend heronderzoek makkelijker te raadplegen. Op deze wijze kunnen alle ontwikkelingen als het ware op de voet worden gevolgd. De cliënt moet worden geconfronteerd met de eerder door hem verstrekte gegevens. Hij kan dan zelf aangeven welke veranderingen er hebben plaatsgevonden. Het is dan weer aan het uitvoeringsorgaan om tot verificatie over te gaan. Ook t.a.v. de heronderzoeken geldt, dat het aanhouden van een vaste frequentie een onderdeel is van het visitekaartje van de organisatie. Daartoe wordt jaarlijks een heronderzoeksplan vast gesteld door burgemeester en wethouders. Bij de uitvoering van een heronderzoek is zowel de voorbereiding als de afwerking belangrijk. De medewerker moet zich voorbereiden op de cliënt, die hij voor zich krijgt en weten: welke aspecten de specifieke aandacht nodig hebben; welke afspraken er in het verleden zijn gemaakt en welke nieuwe afspraken er moeten worden gemaakt, waarna deze (schriftelijk) worden vastgelegd. Het verifiëren van de bevolkingsgegevens alsmede het controleren van de uitkeringsgegevens behoren tot de standaard werkzaamheden bij het heronderzoek. Ook bij het heronderzoek dienen de bewijsstukken controleerbaar aanwezig te zijn in het dossier. Met betrekking tot de controle van bank- en giroafschriften wordt aanbevolen minimaal vijf voorlaatste afschriften door te nemen. Huisbezoek De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SoZaWe) heeft er in een eerder stadium op aangedrongen om het huisbezoek weer in te voeren als middel bij de reguliere controle en verificatie. De praktijk is dat bij de meeste gemeenten het huisbezoek alleen wordt uitgevoerd op verzoek van de cliënt (indien bijv. slecht ter been etc.). De positieve effecten van een -al dan niet aangekondigd- huisbezoek vallen niet te ontkennen. Het huisbezoek kan in het kader van de fraudepreventie een belangrijke ondersteuning zijn en deel uit maken van het proces van verificatie, heronderzoek en bijzondere controle. Gezien recente uitspraken is het huisbezoek weliswaar een vorm van inbreuk op de privacy van betrok kene, maar wel één die is geoorloofd. Voor toepassing van de Abw kan de medewerking van de cliënt worden verlangd. Het huisbezoek kan zonodig onaangekondigd worden uitgevoerd. Een reden daartoe kan zijn wanneer er twijfel bestaat over de door de cliënt verstrekte gegevens omtrent de woonsituatie. Bij niet meewerken aan het huisbezoek kan op grond van artikel 65, lid 3 Abw een sanctie worden toegepast of een maatregel worden genomen. Het huisbezoek kan dus -zowel in de preventieve als in de constaterende sfeer- zeer nuttig zijn. De aanbeveling wordt gedaan om dit instrument weer een regulier onderdeel van de uitvoerings praktijk te laten zijn. Informatieverstrekking In Abw is aangegeven welke instellingen in het kader van de uitvoering van deze wet verplicht zijn om informatie te verstrekken. Het is voor een goede uitvoering dan ook noodzakelijk dat gebruik wordt gemaakt van de, in die wet geboden middelen en mogelijkheden, zoals: bij de belastingdienst, het ziekenfonds, de bedrijfsvereniging, andere sociale diensten, werkgevers en de afdeling bevolking. Voor de diverse andere mogelijkheden van verificatie wordt verwezen naar het Handboek Verificatie, uitgegeven door het Ministerie van SoZaWe. Met het -tijdig- inwinnen Fraudebeleidsplan ingevolge Abw 7

Raadsnotulen

Nieuw-Vossemeer: 1957-1996 | 1996 | | pagina 75