1. INLEIDING
De "oude" Algemene Bijstandswet voldeed naar de mening van de wetgever niet meer aan de
eisen van de tijd. De wet werkte misbruik in de hand en was bovendien onvoldoende een
stimulans voor uitkeringsgerechtigden om weer in hun eigen onderhoud te voorzien.
De nieuwe Algemene Bijstandswet (verder te noemen Abw), die op 01-01-96 in werking is
getreden, beoogt dat te verbeteren.
Wie aanspraak doet op een uitkering, moet aan zwaardere eisen voldoen en de gemeente heeft
meer instrumenten in handen gekregen om misbruik tegen te gaan en de uitstroom uit de
bijstand te bevorderen.
De gemeente wordt op grond van artikel 118 Abw verplicht op het punt van fraudebestrijding en
bevordering van de arbeidsinschakeling met jaarlijkse beleidsplannen en -verslagen te gaan
werken. Het doel hiervan is drieledig:
de kwaliteit van de uitvoering dient te verbeteren. Een effectieve aanpak van de fraudebe
strijding en van de arbeidsinschakeling maakt een planmatige en gecoördineerde aanpak
noodzakelijk.
door de cyclus van jaarlijks terugkerende plannen en verslagen zullen gemeentebesturen
zich automatisch intensiever met de uitvoering van de wet bezighouden. Hierdoor wordt
een groter politiek draagvlak gecreëerd.
door het werken met plannen en verslagen zijn de controlemogelijkheden van het gemeen
tebestuur vergroot. Bovendien zal ook het rijkstoezicht aan de hand van deze plannen en
verslagen plaatsvinden. Zo wordt op min of meer indirecte manier nagegaan of de wet
goed en verantwoord wordt uitgevoerd. Het dossieronderzoek zoals dat tot op heden werd
uitgevoerd zal dan niet meer noodzakelijk zijn (terugtreding rijkstoezicht).
De meeste gemeenten hebben reeds in 1994 een fraudebeleidsplan vastgesteld. De gemeente
Nieuw-Vossemeer heeft dat niet gedaan, maar zich net als de gemeente Steenbergen geconfor
meerd aan het fraudebeleidsplan zoals dat door de gemeente Bergen op Zoom is vastgesteld.
De reden daarvoor is gelegen in het feit, dat de bijzondere controle door de desbetreffende
afdeling van de gemeente Bergen op Zoom wordt uitgevoerd.
Vanwege de in de nieuwe wet gestelde eisen dient iedere gemeente een eigen fraudebeleidsplan
op te stellen. De strekkingen de richtlijnen zoals genoemd in het fraudebeleidsplan van Bergen op
Zoom zullen hierbij uiteraard als uitgangspunt dienen.
2. WETTELIJKE BEPALINGEN
Volgens de Abw dienen het fraudebeleidsplan en -verslag -waarvoor de gemeentebesturen elk
jaar moeten zorgen- gericht te zijn op de bevordering van een rechtmatige en doelmatige uitvoe
ring van de wet, waaronder de bestrijding van:
het ten onrechte ontvangen van bijstand en
de misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet.
Het fraudebeleidsplan moet tenminste een beschrijving bevatten van:
de wijze, waarop burgemeester en wethouders toepassing geven aan de verplichtingen
zoals omschreven in artikel 66 (lid 1 t/m 5) en in artikel 122 Abw;
de wijze, waarop burgemeester en wethouders zorgdragen voor een toereikende controle
op het nakomen van de verplichtingen als bedoeld in artikel 65, lid 1 Abw;
de manier, waarop burgemeester en wethouders zorgdragen voor de strafrechtelijke of
bestuursrechtelijke afdoening in het geval deze verplichting niet wordt nagekomen.
Indien plan en verslag deze inhoud hebben, wordt voldaan aan de wettelijke plicht zoals
verwoord in artikel 118 Abw, zodat de rijksvergoeding volledig kan worden verkregen. Volgens
artikel 136, lid 3 onder b Abw kan de minister namelijk de vergoeding geheel of gedeeltelijk
weigeren, indien aan deze voorwaarde niet wordt voldaan.
Fraudebeleidsplan ingevolge Abw
2