Woonkostentoeslag bij woonkosten boven de maximum-huurgrens voor huursubsidie
In principe is een bedrag aan woonkosten boven de maximum-huursubsidiegrens voor bijstands
ontvangers niet aanvaardbaar. Voor de duur van één jaar kan voor woonkosten boven deze
grens een woonkostentoeslag worden verleend. Aan deze toekenning wordt de voorwaarde
verbonden, dat men omziet naar goedkopere woonruimte. Is men daar na een jaar nog niet in
geslaagd, kan de toeslag telkens met één jaar worden verlengd.
De voorwaarde tot verhuizen naar goedkopere woonruimte wordt niet gesteld:
aan bejaarden en gehandicapten, die in een voor hen geïndiceerde/aangepaste woning
wonen;
aan huishoudens, die bestaan uit 8 personen of meer;
indien bijstandsverlening plaatsvindt onder verband van krediethypotheek.
Het voor eigen rekening van de bewoner blijvende deel van de bedraagt f. 535,-.
O vergangsmaatregel
In het overgangsjaar 1996 zullen alle lopende woonkostentoeslagen stilzwijgend worden
voortgezet tot het einde van de draagkrachtperiode (in de meeste gevallen tot 01-07-96). Daarna
wordt het recht op woonkostentoeslag beoordeeld aan de hand van de nieuwe wetgeving.
FINANCIËLE TRANSACTIES
Hiertoe behoren de kosten die voortvloeien uit de in het verleden aangegane dan wel nu te
realiseren financiële verplichtingen.
Kosten van rente en aflossing
Indien en voor zover voor de kosten van algemeen noodzakelijke duurzame gebruiksgoederen
een lening is verstrekt door een kredietverlenende instelling, kan -indien dit noodzakelijk is-
bijstand worden verleend voor de periodiek verschuldigde rente- en aflossingsbedragen voor
zover deze verplichtingen een te zware last vormen voor het inkomen.
Borgtocht: artikel 15, tweede lid onder a Abw.
Hiermede wordt bedoeld de borgstelling door de gemeente voor een kredietverstrekking door een
gemeentelijke kredietbank.
Dit artikel regelt de mogelijkheid om bijstand te verlenen ter voorziening in de bijzonder
noodzakelijke kosten van het bestaan in de vorm van een borgtocht, indien het verzoek van
belanghebbende tot verlening van een (sanerings)krediet door een gemeentelijke kredietbank is
afgewezen vanwege diens beperkte mogelijkheden tot terugbetaling en de borgtocht noodzakelijk
is om de krediettransactie alsnog doorgang te doen vinden.
Wanneer het verlenen van borgtocht geen uitkomst biedt, kan ook bijstand a fonds perdu ter
voorziening in de bijzonder noodzakelijke kosten van het bestaan worden verleend indien daartoe
zeer dringende redenen bestaan.
De individuele omstandigheden van betrokkene zijn derhalve bepalend.
Schulden en bijzondere bijstand
In de praktijk kan het voorkomen dat in het kader van schuldsanering een beroep wordt gedaan
op de Abw. Opgemerkt wordt, dat in eerste instantie een beroep moet worden gedaan op een
gemeentelijke kredietbank dan wel een andere kredietverlenende instelling voor het aanvragen
van een lening, eventueel onder toepassing van borgtocht.
Wanneer geen lening dan wel geen lening onder borgtocht kan worden verkregen, kan in zeer
uitzonderlijke gevallen bijzondere bijstand worden verleend.
De bijzondere bijstand kan dan als lening worden verstrekt en bij uitzondering a fonds perdu.
Een vierde mogelijkheid om in schuldsituaties een oplossing te bieden, is een schuldsanering op
grond van de Abw middels het verstrekken bijstand in de vorm van een geldlening of borgtocht.
Wijzigingen bijzondere bijstand ingevolge Abw
9