WIJZIGINGEN BIJZONDERE BIJSTANDSVERLENING
Met ingang van 01-01-96 is de nieuwe Algemene Bijstandswet (verder te noemen Abw) van
kracht. Daarmee is een operatie in gang gezet die moet leiden tot een vergaande decentralisatie
die uiteindelijk met ingang van 01-01-99 zijn beslag zal krijgen. Gemeenten zullen dan zowel
inhoudelijk als financieel verantwoordelijk zijn voor een belangrijk deel van de Algemene
Bijstandswet.
Vooruitlopend op die Abw werd in 1991 de bijzondere bijstand al gedecentraliseerd.
Ter completering van die operatie worden m.i.v. 01-01-96 nog een aantal kostenposten
overgeheveld naar de bijzondere bijstand, te weten:
aanvullende bijstand aan jongeren;
vergoeding voor een particuliere verzekering tegen ziektekosten voor mensen die niet in
aanmerking komen voor het ziekenfonds;
vergoeding voor een particuliere arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen;
woonkostentoeslag;
toeslag voor alleenstaanden met een inwonend, niet meer ten laste komend kind.
Daarmee wordt het onderscheid tussen algemene bijstand en bijzondere bijstand nog meer
benadrukt, omdat de algemene bijstand in hoofdzaak voorziet in de periodieke normbijstand
rijksnorm gemeentelijke toeslagen). Daarnaast wordt ook het BZ-krediet tot de algemene
bijstand gerekend.
Bijzondere bijstand daarentegen voorziet in een extra voorziening in de noodzakelijke kosten van
het bestaan, die -gelet op de individuele omstandigheden- als bijzonder zijn aan te merken (art.
39 Abw).
Als uitgangspunt voor het verstrekken van bijzondere bijstand geldt, dat in principe alles mogelijk
moet zijn, tenzij:
de verstrekking beperkt wordt door een wettelijk verbod;
er sprake is van een voorliggende voorziening, waar (met succes) een beroep op kan
worden gedaan;
de inkomens- en vermogenstoets aangeeft, dat de kosten uit eigen middelen kunnen
worden voldaan.
Op grond van bijzondere individuele omstandigheden kan echter altijd bijzondere bijstand worden
overwogen.
Gezien het grote aantal veranderingen in het kader van de Abw lijkt het zinvol de beleidsuit
gangspunten voor de bijzondere bijstand slechts te wijzigen wanneer dat in het kader van de
Abw noodzakelijk is. Waar mogelijk dient het bestaande beleid gehandhaafd te blijven, opdat
voor zowel de cliënten als de medewerkers de zaken niet ingewikkelder worden dan die al zijn.
In deze notitie zal dan ook hoofdzakelijk ingegaan worden op de wijzigingen zoals die in de
nieuwe Algemene bijstandswet zijn vastgelegd.
Wettelijke Bepalingen
De invoering van de Abw betekent tegelijkertijd een wijziging van de wetsartikelen, die de
toekenningsgrond van de Bijzondere Bijstand vormen.
Een belangrijk aspect hierbij is de integratie van het Bijstandsbesluit Landelijke Normering (BLN)
in de Abw.
Degene -die als gevolg van bijzondere individuele omstandigheden- wordt geconfronteerd met
noodzakelijke bestaanskosten waarin de algemene bijstand niet voorziet en die de aanwezige
draagkracht te boven gaan, heeft vanaf 01-01-96 op grond van artikel 7 Abw in combinatie met
artikel 39 Abw recht op bijzondere bijstand.
Voor de duidelijkheid: voor de verlening van bijzondere bijstand is het niet noodzakelijk, dat men
algemene bijstand ontvangt. Ook degene, die over een andere bron van inkomen beschikt dat
naar het oordeel van burgemeester en wethouders niet toereikend is om in bepaalde bijzondere
noodzakelijke kosten te voorzien, kan een beroep op de bijzondere bijstand doen.
Wijzigingen bijzondere bijstand ingevolge Abw
2