In de gemeente Steenbergen wordt de werkwijze aangehouden zoals die is vastgelegd in het Fraudebeleidsplan van de gemeente Bergen op Zoom. Er is geen eigen fraudebeleidsplan door de gemeenteraad vastgesteld. Om aan de verplichting -zoals die wordt genoemd in artikel 118 van de Abw- te voldoen, lijkt het zinvol eerdergenoemd fraudebeleidsplan geheel om te zetten naar de plaatselijke situatie en tegelijkertijd aan te passen aan de voorwaarden zoals gesteld in de Abw. Daarbij gaat het om de volgende zaken: een verificatieprocedure: welke gegevens, wijze van rapporteren en van verifiëren en in welke situatie; op welke wijze de gegevensuitwisseling vorm wordt gegeven, is afhankelijk van wat er in den lande wordt ontwikkeld; een heronderzoeksplan waarbij richtlijnen worden gegeven t.a.v. opschorting en beëindi ging van de uitkering; sanctierichtlijnen. Budgettaire kaders Fraudebestrijding moet geld opleveren, maar zal ook geld kosten. Het grootste aandeel daarin zullen de personeelskosten zijn. Het verifiëren van gegevens, het doen van huisbezoeken, het fraude-onderzoek en de bestandsvergelijkingen zijn allemaal arbeidsintensieve activiteiten. Het lijkt zinvol daarvoor in het fraudebeleidsplan een kostenraming op te nemen. Fraudebestrijding levert ook geld op door uitgespaarde uitkeringsgelden en door terugvordering van ten onrechte betaalde uitkeringen. Dit geld komt echter maar ten dele ten gunste van de gemeente op grond van de financiële verhouding tot het rijk: 10%-90%. Van het benutten van de "opbrengst" van het fraudebeleid ten gunste van eventuele extra uitvoeringskosten kan dan ook maar beperkt sprake zijn. VOORSTELLEN Dit beperkt zich voor deze algemene beleidsnotitie tot één voorstel, namelijk de omzetting van het fraudebeleidsplan van Bergen op Zoom naar de lokale situatie en de uitbreiding van het fraudebeleidsplan tot een beleidsplan "doelmatigheid/rechtmatigheid". Een algemene beleidsnotitie Abw 13

Raadsnotulen

Nieuw-Vossemeer: 1957-1996 | 1996 | | pagina 58