Met het opstellen van deze nieuwe wet is ernaar gestreefd om de fraudegevoeligheid te
beperken. Zo wordt het aantal bijstandsnormen beperkt, het partnerbegrip duidelijker geformu
leerd en de bewijslast vereenvoudigd.
Overzicht van de belangrijkste wijzigingen
1. Meer verplichtingen voor de cliënt.
De cliënt krijgt naast de bestaande verplichting tot het verstrekken van inlichtingen een verplich
ting tot medewerking. De cliënt dient dus mee te werken aan alles wat nodig is voor het
verkrijgen van gegevens en de verificatie daarvan.
2. Meer verplichtingen voor de gemeente
De gemeente krijgt de verplichting om alle gegevens en bewijsstukken op de juistheid en
volledigheid te controleren. Een aanvraag dient niet ingenomen te worden als er niet voldoende
gegevens aangeleverd zijn.
Via heronderzoeken dient het recht op uitkering telkens weer vastgesteld te worden. Hiertoe
dient een heronderzoeksplan te worden opgesteld. De uitkering moet bij heronderzoeken
beëindigd dan wel opgeschort worden wanneer blijkt dat de cliënt niet aan de verplichting tot
het meewerken voldoet.
3. Aanscherping partnerbegrip
Door de moeilijke controleerbaarheid van de verschillende leefvormen is er veelvuldig sprake van
partnerfraude.
Alhoewel de V.N.G. in aanvankelijk heeft gepleit om ingeval van samenwoning de bewijslast bij
de cliënt te leggen, is de wetgever daar niet mee akkoord gegaan. Het zou ook indruisen tegen
gebruikelijke rechtsgang in dit land. Toch is in de wet een artikel opgenomen waarin de
gemeente er in een aantal gevallen automatisch vanuit kan gaan dat er sprake is van een
gezamenlijke huishouding. Desondanks zal het moeilijk blijven partnerfraude aan te tonen.
4. Uitwisseling gegevens
De nieuwe wet verruimt de controle van gegevens bij andere instanties. In artikel 122 van de
nieuwe wet worden de instanties genoemd die verplicht zijn gegevens te verstrekken. Op
landelijk niveau wordt gewerkt aan maatregelen om die uitwisseling tot stand te brengen.
5. Sancties
Momenteel is nog in voorbereiding de Wet administratieve boeten. Daarin wordt een administra
tief boetesysteem ingevoerd. Fraudegevallen waarmee minder dan f. 6000,00 is gemoeid,
moeten voortaan administratief worden bestraft. Voor fraudegevallen boven f. 6000,00 blijft het
bestaande beleid van toepassing. In dat geval wordt melding gemaakt bij het Openbaar
Ministerie en vindt mogelijk strafrechtelijke vervolging plaats.
Beleidsplan rechtmatigheid en doelmatigheid
In artikel 118 Abw wordt het gemeentebestuur opgedragen een beleidsplan en beleidsverslag op
te stellen, dat is gericht op de bevordering van een rechtmatige en doelmatige uitvoering van de
wet. In dat plan dient nadrukkelijk te worden beschreven op welke wijze de fraudebestrijding ter
hand wordt genomen.
Het wettelijk vereiste plan -waarover elke gemeente dient te beschikken- beschrijft:
a. hoe aan de verplichtingen van artikel 66, eerste tot en met het vijfde lid, en van artikel
122 wordt voldaan;
b. hoe wordt gezorgd voor een toereikende controle op het nakomen van de verplichting van
artikel 65, eerste lid;
c. hoe wordt gezorgd voor een strafrechtelijke of bestuursrechtelijke afdoening ingeval die
verplichting niet wordt nagekomen.
Een algemene beleidsnotitie Abw
12