BIJZONDERE BIJSTAND
Algemeen
Bijzondere bijstand is bestemd voor iedereen die -als gevolg van bijzondere omstandigheden
(bijv. ziekte)- hogere bestaanskosten heeft dan waarin de Algemene bijstand voorziet.
Om voor bijzondere bijstand in aanmerking te komen, is het niet noodzakelijk dat men ook
algemene bijstand ontvangt.
ledereen kan aanspraak maken op deze voorziening, indien het inkomen onvoldoende is om in
bepaalde noodzakelijke bijzondere kosten te voorzien.
In 1991 is -vooruitlopend op de Abw- besloten de bijzondere bijstand te decentraliseren. De
gemeente is sindsdien inhoudelijk en financieel verantwoordelijk voor het bijzondere bijstandsbe-
leid. De middelen die met de uitvoering hiervan samenhangen, worden via het gemeentefonds
aan de gemeente beschikbaar gesteld.
Uitgangspunt daarbij moet zijn dat in het kader van de bijzondere bijstand alles mogelijk moet
zijn, tenzij:
de verstrekking beperkt wordt door een wettelijk verbod;
er sprake is van een voorliggende voorziening, waar (met succes) een beroep op kan
worden gedaan;
de inkomens- en vermogenstoets aangeeft dat de kosten uit eigen middelen kunnen
worden voldaan.
Overige voorwaarden
1. Zoals vermeld, kan in principe niemand uitgesloten worden voor (bijzondere) bijstand.
De gemeente draagt de volledige financiële verantwoordelijkheid, waarbij sprake is van een
open-eindfinanciëring: de uitgaven laten zich niet door budgetten beperken.
2. Het is niet toegestaan een categoriaal beleid te voeren.
Bijzondere bijstand wordt individueel vastgesteld. De gemeente kan bijvoorbeeld niet
besluiten aan alle bijstandsgerechtigden een eenmalige extra uitkering te verstrekken.
3. De noodzakelijkheid van de kosten moet worden aangetoond, zo nodig door een deskundi
ge (bijvoorbeeld een arts). De kosten moeten onvermijdbaar zijn.
Toenemend beroep op de bijzondere bijstand
De verwachting is dat de uitgaven voor bijzondere bijstand zullen stijgen. De belangrijkste
oorzaken daarvan zijn de bezuinigingsmaatregelen bij de voorliggende voorzieningen en de
onderbenutting van de bijzondere bijstand op dit moment.
1. Bezuinigingen op voorliggende voorzieningen.
Vooral op het terrein van de volksgezondheid wordt het voorzieningenpakket steeds meer
uitgedund. Tandartskosten worden per 01-01-96 niet meer geheel door het ziekenfonds
vergoed, de vergoedingen voor de fysiotherapeut worden minder en er is sprake van de
invoering van een eigen risico voor ziekenfondsverzekerden.
Daarnaast heeft ook Arbeidsvoorziening hevig te lijden onder de bezuinigingen en gaat dat
ten koste van de financiering voor scholingsactiviteiten voor werklozen.
De gemeente kan besluiten dergelijke kosten in het kader van het uitstroombeleid via de
bijzondere bijstand te vergoeden.
2. Onderbenutting.
Uit de onderzoeken "Bijzondere bijstand, vangnet en springplank" (onderzoeksrapport van
de gemeente Groningen, 1994 en "Take it or leave it. A study of non-take-up of social
security benefits" (W.H.J, van Oorschot, 1994) is naar voren gekomen, dat ruim de helft
van de mensen -die recht hebben op bijzondere bijstand- daar geen gebruik van maakt.
Als gevolg van deze onderbenutting hebben bijstandscliënten koopkrachtverlies van 3%
tot 4% van het netto inkomen en geldt voor ouderen zelfs een percentage van 7% tot
10%.
De verklaring van deze onderbenutting is vooral gelegen in de onbekendheid met de
regeling of de idee er geen recht op te hebben.
Een algemene beleidsnotitie Abw
7