UITSTROOM Eén van de pijlers onder de nieuwe wet is de uitstroombevordering. Een belangrijke grondgedachte achter de gehele herinrichtingsoperatie is "een doeltreffende bevordering van de zelfstandige bestaansvoorziening". Uiteraard is het niet zo, dat er nu een hele nieuwe wereld opengaat. De sollicitatieverplichting heeft altijd deel uitgemaakt van de bijstandswet en de gemeenten hebben in de afgelopen jaren veel middelen aangewend om die verplichting niet slechts een 'papieren' verplichting te laten zijn. Al die inspanningen hebben in de opvattingen van het kabinet niet tot voldoende resultaten geleid. Nog steeds bevinden zich te veel mensen in een bijstandsafhankelijke positie. De nieuwe Algemene Bijstandswet (Abw) Wat zijn nu de verschillen ten opzichte van de huidige wetgeving? Een belangrijk verschil is dat de uitstroombevordering zich niet meer uitsluitend richt op het verkrijgen van regulier werk (de betaalde baan), maar ook kan leiden tot sociale activering door middel van uitvoering van maatschappelijk nuttige activiteiten. Voorts zijn de verplichtingen en verantwoordelijkheden van de cliënt zowel als de gemeente in de nieuwe wet duidelijker vastgelegd: A. De cliënt A. 1 Arbeidsverplichting In de huidige wetgeving is er een onderscheid gemaakt tussen Algemene Bijstandswet (A.B.W.) en Rijksgroepsregeling Werkloze Werknemers (R.W.W.). Alleen de cliënten die een R.W.W.- uitkering ontvangen hebben een arbeidsverplichting. De A.B.W.-cliënten zijn daarvan vrijgesteld. Dat onderscheid vervalt. Onder de nieuwe wet is in principe iedereen arbeidsplichtig. Dat betekent dat iedereen de plicht krijgt om: te solliciteren, aangeboden werk te accepteren of scholing te volgen. Ook nieuw is dat ingeval van een huwelijk of samenwoning beide partners een arbeidsverplich ting krijgen opgelegd. Een en ander betekent dat er vanaf 1 januari 1996 een behoorlijk aantal mensen voor het eerst met een arbeidsverplichting te maken krijgen. Hoe daarmee om moet worden gegaan, komt in een later stadium terug. Zoals altijd zijn er op elke regel uitzonderingen. Zo kent de Abw 4 uitzonderingsgronden op de arbeidsverplichting: alleenstaande ouders met kinderen tot 5 jaar; ouderen boven 57,5 jaar; om redenen van medische of sociale aard kan een ontheffing van de arbeidsverplichting op individuele gronden worden verleend; aan cliënten die deelnemen aan experimenten kan een (tijdelijke) ontheffing van de arbeidsverplichting worden verleend. A.2 Passende arbeid Het begrip "passende arbeid" heeft altijd voor verwarring gezorgd. Ook hiervoor worden de regels verscherpt. Daarover valt op dit moment nog niets te zeggen omdat ook in deze kwestie een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) wordt voorbereid. Tot die tijd dient te worden teruggegrepen op de huidige richtlijnen. Een algemene beleidsnotitie Abw 3

Raadsnotulen

Nieuw-Vossemeer: 1957-1996 | 1996 | | pagina 48