Bijlage 9A AGENDAPUNT RAADSVERGADERING C0DENR./W1 11. 29 augustus 1996 1.833.52. VOORSTEL TOT INSTEMMING MET DE ONTWERPBEGROTING 1997 VAN HET WERKVOORZIE NINGSSCHAP WEST NOORD-BRABANT Aan de gemeenteraad, Op 5 juli jl. ontving de gemeente Nieuw-Vossemeer de ontwerpbegroting 1997 van het Werkvoorzieningsschap West Noord-Brabant (WVS). De begroting zal worden behandeld in de vergadering van het algemeen bestuur op 7 oktober 1996. Ontwerpbegroting 1997 De ontwerpbegroting 1997 resulteert in een nadelig exploitatiesaldo ad. f 2.518.000--. Bij de samenstelling van de begroting is uitgegaan van de meest actuele financiële gegevens op basis van het voorlopige rijksbudget 1997. Het nadelig exploitatiesaldo komt, zoals u bekend is, ten laste van de deelnemende gemeenten. Sedert 1994 wordt het WVS geconfronteerd met een structureel tekort van rond de 2 a 3 miljoen per jaar. Tot dusverre konden de tekorten worden gedekt uit onttrekkingen van de bestemmingsreserves. Dit zal waarschijnlijk in 1997 niet langer mogelijk zijn. Dit betekent voor de aangesloten gemeenten een financiële tegenslag, veroorzaakt door beleid van de rijksoverheid. De omzetprognose is gebaseerd op de bedrijfsplannen van de negen bedrijfsonderdelen van het Werkvoorzieningsschap. Hierbij is rekening gehouden met de invoering van de 36-urige werkweek per 1-1-1997. Deze invoering betekent een structureel verlies van 200.000 225.000 werkuren. De omzettoename ligt daarom in verhouding tot voorgaande jaren lager. In de begroting is geen rekening gehouden met herbezetting. Een volledige herbezetting met 100 extra arbeidsplaatsen zou het WVS f 1,4 miljoen extra kosten (in de door de WVS aangeleverde stukken staat f 2,4 miljoen, maar navraag leerde dat dit fout was, RA). Het WVS is van mening dat de minister extra financiële middelen voor herbezetting beschikbaar moet stellen. De omzetontwikkeling heeft zo onderhand de limiet bereikt. In de afgelopen zeven jaar is de netto toegevoegde waarde meer dan verdubbeld (van 14 naar 31 miljoen). Voor 1997 wordt slechts een stijging van de netto toegevoegde waarde begroot van f 448.000.-. 80 a 85% van de uitgaven van het Werkvoorzieningsschap zijn loonkosten. Hierop zijn vrijwel geen bezuinigingen mogelijk. Het verminderen van het aantal SW-arbeidsplaatsen is geen oplossing, omdat dit leidt tot een vermindering van het rijksbudget nu en in de toekomst en tevens staat het haaks op het door het algemeen bestuur geaccordeerde sociale beleid. Doelstelling is nog steeds het handhaven van 2.175 FTE's in 1997 uitgedrukt in 36-uurs functies. Op de overige kosten (oa. afschrijvingen, energie, verzekeringen, belastingen) zijn veelal geen bezuinigingen mogelijk; ze zijn al doorgevoerd of leveren per saldo zeer weinig op. De tariefstijgingen van de afgelopen jaren zijn in feite volledig aangewend om de loonkostenstij gingen in de SW op te vangen. De loonkosten in de SW stegen van f 63,7 miljoen in 1989 naar f 87,0 miljoen in 1995, een stijging van f 23,3 miljoen. Het rijksbudget steeg in die periode van f 88,1 miljoen naar f 90,7 miljoen, een stijging van f 2,6 miljoen. De stijgingen in de loonkos ten worden op landelijk niveau bepaald. Een verdere tariefstijging in de groensector en bij de detacheringen is nog nauwelijks mogelijk. Daarnaast ondervinden de industriële bedrijven van het WVS sterke concurrentie uit de voormalige Oostbloklanden. Positief punt is dat het WVS nog steeds in staat is om een "plus" te realiseren tussen omzet en organisatiekosten, m.a.w.; de overhead wordt terugverdiend.

Raadsnotulen

Nieuw-Vossemeer: 1957-1996 | 1996 | | pagina 296