aansprakelijkheid en faillissement.
HOOFDSTUK 3: IN EXPLOITATIE BRENGEN OP VERZOEK VAN EXPLOITANT
Artikel 7: Indiening aanvraag voor medewerking
1. Een belanghebbende kan bij burgemeester en wethouders een aanvraag indienen voor
medewerking aan het in exploitatie brengen van gronden.
2. Burgemeester en wethouders verlenen slechts medewerk,ng aan het op aanvraag van
exploitant in exploitatie brengen van gronden krachtens een exploitatie-overeenkomst als
bedoeld in artikel 6, met dien verstande dat artikel 6, tweede lid in dat geval n.et van
toepassing is.
3 Bij de aanvraag dient in ieder geval te worden gevoegd:
a. een nauwkeurige omschrijving van de in exploitatie te brengen onroerende zaken;
b. gegevens waaruit blijkt dat de belanghebbende genothebbende krachtens eigendom, bezt
of beperkt recht van de in exploitatie te brengen onroerende zaken is of kan worden;
c gegevens omtrent de door belanghebbende te treffen (bouw)werkzaamheden.
4. In geval door burgemeester en wethouders een aanvraag voor een bouwvergunning
eventueel in combinatie met een aanvraag voor vrijstelling, wordt ontvangen, waarbij in
geval van verlening van de vrijstelling en/of bouwvergunning van gemeentewege voorzienin
gen van openbaar nut moeten worden getroffen, wordt hiervan zo spoedig mogelijk, doch in
ieder geval voor de beslissing op de aanvraag mededeling gedaan aan de aanvragen a j
zal een zo nauwkeurige mogelijke raming van de voor rekening van de exploitant komende
kosten, verband houdende met het in exploitatie brengen van gronden, worden verstrekt.
Tevens zal daarbij aan de aanvrager de gelegenheid worden gegeven tot het indienen van een
aanvraag voor medewerking.
5 Burgemeester en wethouders reageren op de aanvraag om medewerking, hetzij met een
weigering hetzij met de aanbieding van een conceptovereenkomst, binnen zes maanden na de
dag waarop het verzoek is ontvangen.
Artikel 8: Aanhouding verzoek
De reactie op een aanvraag kan worden aangehouden:
a ingeval de procedure tot goedkeuring van een van toepassing zijnd bestemmingsplan of een
herziening daarvan nog niet is afgerond, tot vier weken na het onherroepelijk worden van (het
betreffende deel van) het bestemmingsplan of de herziening daarvan;
b ingeval voorzienbaar is dat de in artikel 9 genoemde belemmeringen binnen afzienbare tijd
zullen kunnen worden weggenomen, tot vier weken nadat deze belemmeringen zijn weggeno
men.