Gemeente Nieuw-Vossemeer
Bij lage 1 IB
De raad der gemeente Nieuw-Vossemeer:
gelet op artikel 42 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, artikel 222 Gemeentewet en de
Algemene Wet Bestuursrecht;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 mei 1996
BESLUIT:
vast te stellen de volgende verordening houdende de voorwaarden waaronder de gemeente
medewerking zal verlenen aan het in exploitatie brengen van gronden.
HOOFDSTUK 1: ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1: Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder
a. medewerking aan het in exploitatie brengen van gronden: het door of met medewerking van
de gemeente treffen van voorzieningen van openbaar nut, waardoor de in het exploitatiege-
bied gelegen onroerende zaken gebaat worden;
b. exploitatiegebied: een als zodanig door de gemeenteraad aangewezen gebied dat gebaat is
door de aanleg van voorzieningen van openbaar nut;
c. exploitant: de genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een in het
exploitatiegebied gelegen onroerende zaak welke door het treffen van voorzieningen van
openbaar nut gebaat is;
d. exploitatie-overeenkomst: de overeenkomst, onder welke naam dan ook gesloten, waarin de
gemeente met een exploitant de voorwaarden overeenkomt waaronder de gemeente
voorzieningen van openbaar nut zal treffen of daaraan medewerking zal verlenen;
e. aangevuld bekostigingsbesluit: een besluit van de gemeenteraad waarin niet alleen overeen
komstig artikel 222 van de Gemeentewet wordt besloten in welke mate de aan de voorzienin
gen verbonden lasten zullen kunnen worden verhaald op een daarbij aangeduid gebied, maar
waarin ook een omschrijving van de voorzieningen van openbaar nut en een begroting van
kosten en opbrengsten is opgenomen;
f. voorzieningen van openbaar nut, waardoor de in het exploitatiegebied gelegen onroerende
zaken gebaat worden:
onder meer:
1 riolering, met inbegrip van bijbehorende werken
2° wegen, parkeergelegenheden, pleinen, trottoirs, voet- en rijwielpaden, straatmeubilair,
waterpartijen, watergangen, bruggen, tunnels en andere rechtstreeks met de aanleg en
inrichting van deze voorzieningen en kunstwerken verband houdende werken;
3° plantsoenen en andere groenvoorzieningen, waaronder begrepen de aanleg en inrichting
van openbare speelplaatsen en speelweiden alsmede de sierende elementen welke
rechtstreeks voortvloeien uit een juiste uitvoering van een verzorgd bestemmingsplan;
4° openbare verlichting en brandkranen met de nodige aansluitingen;
5° waterhuishoudkundige voorzieningen, met inbegrip van drainagevoorzieningen;
g. afstand van gronden aan de gemeente: eigendomsoverdracht van gronden aan de gemeente.