TOELICHTING OP HET BESLUIT FINANCIËLE TEGEMOETKOMINGEN EN EIGEN BIJDRA
GEN VOORZIENINGEN GEHANDICAPTEN (96/1)
Inleiding
Op grond van artikel 5 lid 2 van de WVG is de gemeente bevoegd de financiële tegemoet
komingen (bij voorbeeld in de kosten van vervoersvoorzieningen en woonvoorzieningen), die op
basis van de WVG aan de gehandicapte worden verstrekt, af te stemmen op het inkomen van de
gehandicapte of zijn (pleeg)ouders. Voor hetgeen onder inkomen van de gehandicapte wordt
begrepen, zij hierbij verwezen naar artikel 1.1. onder b van de Verordening voorzieningen
gehandicapten en de toelichting daarop. Indien de gemeente hiertoe besluit, neemt het ten eigen
laste blijvende deel van de kosten van een voorziening toe naarmate het inkomen hoger is.
Indien de gemeente van deze bevoegdheid gebruik wil maken, zal de gemeente haar beleid
hieromtrent moeten vastleggen in de verordening. In de verordening is in artikel 1.2 onder
aangegeven dat de hoogte van de financiële tegemoetkoming voor woonvoorzieningen,
vervoersvoorzieningen en rolstoelen en de hoogte van eigen bijdrage voor voorzieningen in
natura aan de hand van het vast te stellen 'Besluit financiële tegemoetkomingen en eigen
bijdragen voorzieningen gehandicapten' zullen worden bepaald.
De wijze waarop de hoogte van financiële tegemoetkomingen en eigen bijdragen wordt bepaald,
is door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vastgelegd in de Regeling inzake
financiële tegemoetkomingen en eigen bijdragen WVG (Staatscourant van 25 november 1993,
nummer 227, gewijzigd in Staatscourant van 25 januari 1996, nummer 18).
De minister heeft vastgelegd dat de Wvg-draagkracht voor gehandicapten met een inkomen tot
en met 1,5 maal het norminkomen ten hoogste f. 100,- bedraagt. Voorts is vastgelegd dat de
gemeenten ten hoogste 25% van het in de gemeente geldende Abw-draagkrachtpercentage van
de ruimte in inkomen in acht kunnen nemen.
Het totaal aan eigen bijdragen voor voorzieningen in natura dat per kalenderjaar verschuldigd kan
zijn, is ten hoogste f. 100,-.
Voor rolstoelen kan geen eigen bijdrage worden gevraagd. Indien gemeenten een financie e
tegemoetkoming verstrekken voor de aanschaf van een rolstoel, moet de hoogte van de
financiële tegemoetkoming de kosten van de rolstoel volledig dekken.
Artikelsgewijze toelichting
Paragraaf 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsbepalingen
b. Ruimte in inkomen
De ruimte in inkomen wordt bepaald op het verschil tussen het in artikel 1 van de Rege ing
inzake financiële tegmoetkomingen en eigen bijdragen Wvg aangegeven norminkomen en
het (werkelijke) inkomen van de gehandicapte zoals dat in artikel 1.1. onder b. van de
verordening is gedefinieerd. In deze benadering wordt er voor gekozen geen extra aftrek
posten in mindering te brengen op het inkomen dan wel extra inkomsten bij het inkomen op
te tellen alvorens de ruimte in het inkomen wordt bepaald. Voor deze benadering is gekozen
om de uitvoering van de Wvg doorzichtig te houden en de draagkrachtvaststelling in het
kader van de Wvg niet ingewikkelder dan noodzakelijk te maken. Bovendien, en dit is een
meer principiële reden om voor deze benadering te kiezen, zijn wij van mening dat de
gemeente op grond van de Wvg geen bijstandsbeleid zou moeten gaan voeren voor zover
dit gezien de nadere regels inzake financiële tegemoetkomingen en eigen bijdragen te
vermijden is. Met 'het voeren van een bijstandsbeleid' wordt in dit verband bedoeld het
rekening houden met alle bijzondere inkomsten en uitgaven van de gehandicapte alvorens
ruimte in inkomen en draagkracht wordt vaststeld. Indien de Wvg-draagkracht van de
gehandicapte door deze benadering uiteindelijk te zeer belast wordt dan staat de mogelijk
heid open op grond van de bijzondere bijstand aanvullende voorzieningen te treffen. Bij de
draagkrachtvaststelling bijzonder bijstand zal de gemeente dan met een aantal van deze
factoren rekening kunnen houden, overeenkomstig het beleid dat de gemeente voert in het
kader van de bijzonder bijstand. Het belangrijkste onderdeel van dit eerte artikel is de
Toelichting op Besluit financiële tegemoetkomingen en eigen bijdragen voorzieningen
gehandicapten (96/1)