Paragraaf 6 Verhuis- en (her)inrichtingskosten Artikel 2.17 lid 1 Burgemeester en wethouders kunnen een financiële tegemoetkoming, een forfaitaire of gemaximeerde vergoeding in de verhuis- en inrichtingskosten verstrekken aan een gehandicapte die naar een geschikte (aangepaste) of een goedkoper dan de huidige woonruimte aan te passen woonruimte is verhuisd. Ook aan een niet-gehandicapte persoon kan een dergelijke woonvoorzie ning worden verstrekt indien op deze wijze een aangepast of geschikt woonruimte vnj komt voor een gehandicapte. De tegemoetkoming of de vergoeding van een deel van de verhuis- en inrichtingskosten dient ter stimulering van het vrijmaken van de woning. Paragraaf 7 Facultatieve woonvoorzieningen Artikel 2.18 Kosten in verband met onderhoud, keuring en reparatie Alleen van bepaalde voorzieningen komen de kosten van onderhoud, keuring en rePafatie aanmerking voor een financiële tegemoetkoming. Hiervoor wordt verwezen naar het Besluit financiële tegemoetkomingen en eigen bijdragen voorzieningen gehandicapten. Artikel 2 19 Kosten in verband met tijdelijke huisvesting Alleen in die gevallen dat het redelijkerwijs buiten de mogelijkheden van de gehandicapte ligt om te voorkomen dat er dubbele woonlasten opgebracht moeten worden, kan tot vergoeding van extra woonlasten in verband met tijdelijke huisvesting worden overgegaan. Burgemeester en wethouders verlenen slechts een financiële tegemoetkoming in de kosten van tijdelijke huisvesting als de gehandicapte redelijkerwijs niet kan voorzien dat hij deze dubbe woonlasten heeft. De tegemoetkoming heeft betrekking op kosten die gemaakt worden .n verband met het tijdelijk betrekken van een zelfstandige woonruimte, van een met-zelfstandige woonruimte of het langer moeten aanhouden van de te verlaten woonruimte. Artikel 2 21 Kosten in verband met verwijderen van voorzieningen Uitgangspunt voor het gemeentelijk beleid is zo weinig mogelijk voorzieningen uit de woning te verwijderen en aangepaste woningen zo veel mogelijk aan andere kandidaten toe te wlJz®n- uitzonderlijke gevallen kan de gemeente er toe overgaan om tegemoet te komen aan de risico s die een verhuurder loopt indien de band tussen de woning en de gehandicapte verbroken wordt en er niet binnen een bepaalde termijn een geschikte kandidaat kan worden gevonden voor de woning. Tevens moet dan niet bekend zijn dat binnen afzienbare tijd een kandidaat zich voor de woning zal aanmelden. Een derde voorwaarde is dat door de aanwezigheid van specifie voorzieningen de woning niet verhuurd kan worden. Als aan alle drie de voorwaarden is voldaan, kan een bijdrage in de kosten van het verwijderen van de voorziening worden gegeven. Paragraaf 8 Anti-speculatie Artikel 2.22 Anti-speculatiebeding Op het moment dat de voorziening wordt getroffen moet bepaald worden wat de stijging in waarde is als gevolg van die aanpassing. Ook moet op dat moment vastgesteld worden welk bedrag de gehandicapte aan de gemeente moet terugstorten op moment van verkoop. Toelichting op de Verordening voorzieningen gehandicapten (96/1). 7

Raadsnotulen

Nieuw-Vossemeer: 1957-1996 | 1996 | | pagina 193