Hoofdstuk 4 Rolstoelen
Artikel 4.1 Algemene omschrijving
De door burgemeester en wethouders te verstrekken rolstoelvoorziening kan bestaan uit
a. een rolstoel voor verplaatsing binnen, dan wel voor verplaatsing binnen en buiten de
woonruimte, dan wel een aanpassing daaraan en
b. een sportrolstoel.
Artikel 4.2. Het recht op een rolstoel
1. Een gehandicapte kan voor een rolstoel in aanmerking worden gebracht wanneer de
aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek dagelijks zittend verplaatsen in en
om de woning noodzakelijk maken en hulpmiddelen die verstrekt worden op grond van de
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten een onvoldoende oplossing bieden.
2. In tegenstelling tot het gestelde in het eerste lid kan een gehandicapte in aanmerking voor
een sportrolstoel worden gebracht, indien hij zonder sportrolstoel niet in staat is tot
sportbeoefening.
Artikel 4.3. De sportrolstoel
De verstrekking van een sportrolstoel vindt plaats in de vorm van een financiële tegemoetkoming
in de kosten van aanschaf van een sportrolstoel en het onderhoud daarvan.
Verordening voorzieningen gehandicapten (96/1).
8