Gemeente Nieuw-Vossemeer BIJLAGE 2B De raad van de gemeente Nieuw-Vossemeer; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 09-01-96; gelet op de bepalingen van de Wet algemene regels herindeling; BESLUIT: tot vaststelling van de navolgende "Overlegverordening Bijzonder Georganiseerd Overleg". Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 1. Voor de toepassing van de verordening wordt verstaan onder: 'de commissie' de naar analogie van de in artikel A5, lid 1, van het Algemeen Ambte narenreglement bedoelde commissie voor georganiseerd overleg voor personele en organisatorische zaken bij herindelingen; 'de ambtenaren' de ambtenaren in de zin van het Algemeen Ambtenarenreglement en de werknemers in de zin van de Arbeidsovereenkomstenverordening; 'de organisaties' de plaatselijk werkende groeperingen van de landelijke verenigingen van overheidspersoneel, aangesloten bij de centrales die zijn toegela ten tot het centraal overleg met het college voor Arbeidszaken van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. 2. De aan het slot van het vorige lid bedoelde centrales zijn: de Algemene centrale van overheidspersoneel; de Christelijke centrale van overheids- en onderwijzend personeel; het Ambtenarencentrum; de Centrale van middelbare en hogere functionarissen bij overheid en onderwijs; 3. Het 'bestuursorgaan': de gezamenlijke vergadering van de 3 colleges van de bij de samen voeging betrokken gemeenten. Hoofdstuk II Samenstelling Artikel 2 1. De commissie is samengesteld uit een vertegenwoordiging van de bij de samenvoeging betrokken gemeentebesturen en een vertegenwoordiging van de organisaties. 2. Voor de vertegenwoordiging van de bij de samenvoeging betrokken gemeentebesturen wijzen de colleges van burgemeester en wethouders elk uit hun midden één vertegen woordiger en één plaatsvervanger aan. Zij kunnen zich doen bijstaan door een of meer adviseurs. 3. Voor de vertegenwoordiging van de organisaties worden een lid en een plaatsvervangend lid per organisatie en per gemeente aangewezen. De vertegenwoordiging van elke organisatie kan zich doen bijstaan door een adviseur. Artikel 3 1. Degene die als vertegenwoordiger of als plaatsvervanger door een organisatie is aange wezen, houdt op dit te zijn zodra hij geen lid van de organisatie of geen ambtenaar meer is, alsmede indien de organisatie schriftelijk doet weten dat zijn aanwijzing als vertegen woordiger of plaatsvervanger is ingetrokken. In deze gevallen wordt zo spoedig mogelijk een opvolger aangewezen. 41 Overlegverordening Bijzondere Georganiseerd Overleg (8GO) 1

Raadsnotulen

Nieuw-Vossemeer: 1957-1996 | 1996 | | pagina 17