Bijlage 6A AGENDAPUNT RAADSVERGADERING C0DENR./W1 9. 30 mei 1996 1.851.09.2 VOORSTEL TOT AANPASSING VAN DE VERORDENING LEERLINGENVERVOER Aan de gemeenteraad, Op 24 november 1994 heeft uw raad de Verordening leerlingenvervoer vastgesteld. Met uitzondering van artikel 10 (afstandscriterium) is de geactualiseerde model-verordening van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten integraal overgenomen. De verordening moet opnieuw aangepast worden in verband met de regionale verwijzingscom missie (RVC). Wij zullen hierna in het kort uiteenzetten wat het doel en de taak van deze commissie is. Eind december 1994 is de Startwet weer samen naar school in werking getreden. Het doel van deze wet is een betere toerusting van basisscholen om leerlingen die extra zorg behoeven binnen de school op te vangen. Dit moet plaatsvinden door samenwerking met het speciaal onderwijs en andere inzet van middelen. De basisschool moet leerlingen met leer- of opvoedingsproblemen zoveel mogelijk zelf opvangen en begeleiden, waarbij gebruik kan worden gemaakt van de expertise van het speciaal onderwijs. De Startwet WSNS stelt verplicht dat in elke regio van de schoolbegeleidingsdiensten een regionale verwijzingscommissie wordt ingesteld. De RVC beoordeelt of een leerling toelaatbaar is tot het speciaal onderwijs voor lom, mik, zmok of iobk. Vanaf 1 januari 1996 kunnen leerlingen niet meer direct aangemeld worden bij een school voor speciaal onderwijs. De basisschool of de ouders melden de leerling eerst aan bij de RVC. De RVC neemt een besluit op basis van een onderwijskundig rapport; zij onderzoekt zelf geen leerlingen. De RVC kan drie beslissingen nemen: de leerling is toelaatbaar tot het speciaal onderwijs, de leerling kan met begeleiding op de huidige basisschool blijven of zij adviseert de leerling te plaatsen op een andere basisschool. De RVC wordt ingesteld door de minister op voordracht van de SBD. De RVC functioneert volledig zelfstandig en is geen verantwoording schuldig aan het bestuur van de SBD, doch alleen aan de minister. De kosten van de RVC's worden door de minister rechtstreeks aan de SBD vergoed. Ook in onze SBD-regio functioneert sinds 1 januari 1996 een RVC (RVC Westelijk Noord- Brabant, Pater Hermansstraat 1 te Bergen op Zoom). Als de RVC een leerling verwijst naar een andere basisschool, behoeft dit niet per se de dichtstbijzijnde basisschool te zijn. In dat geval moet de gemeente de kosten van het leerlingen vervoer naar de door de RVC geadviseerde school vergoeden, omdat de dichterbij gelegen school op grond van het advies van de RVC in feite niet toegankelijk is voor de betreffende leerling. Om ook de kosten van vervoer naar de door de RVC geadviseerde basisschool voor vergoeding in aanmerking te brengen dient in artikel 1 onder letter k van de verordening de omschrijving van het begrip "toegankelijke school" verruimd te worden. De VNG adviseert tevens om aan artikel 1 van de (model)verordening een begripsomschrijving met betrekking tot de regionale verwijzingscommissie toe te voegen, (letter m). Wij stellen u thans voor de Verordening leerlingenvervoer van onze gemeente op deze punten aan te passen. Het conceptbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan. Nieuw-Vossemeer, 16 april 1996. Burgemeester en wethouders van Nieuw-Vossemeer, de secretaris, de burgemeester, W.A.M. Verschuren (l.s.) E.A. Lukkassen.

Raadsnotulen

Nieuw-Vossemeer: 1957-1996 | 1996 | | pagina 167