Toelichting op het 'Sociaal Statuut bij de gemeentelijke herindeling', inclusief termijnen 1. Inleiding Om de overgang van de ambtenaren naar de nieuwe gemeentelijke organisatie zorgvuldig te laten verlopen, is het noodzakelijk vooraf een aantal afspraken te maken. Deze afspraken hebben be trekking op de wijze waarop de beslissingen genomen gaan worden, op de vraag welke informatie nodig is om tot goede besluiten te komen en tenslotte op de organisatie van de be sluitvorming. Deze afspraken zijn vastgelegd in het 'Sociaal Statuut bij de gemeentelijke erin e ling'. In het algemeen kan worden gesteld dat de personele aspecten van een herindeling in de toe te passen inpassingsprocedure geconcentreerd naar voren komen. De inpassingsprocedure kan in grote lijnen worden vergeleken met een normale sollicitatieprocedure. De werkgever biedt een functie aan, stelt de functie-eisen vast en selecteert de kandidaat, die met inachtneming van het Sociaal Statuut het meest voor een functie in aanmerking komt. De betrokkene geeft aan voor welke functie hij of zij in aanmerking wenst te komen. Vervolgens neemt de werkgever een besluit. In deze notitie wordt een toelichting gegeven op de in het Sociaal Statuut vervatte inpassingsre geling; zij bevat tevens een overzicht van de in acht te nemen termijnen en tijdslimieten. Als datum van herindeling wordt in dit Sociaal Statuut uitgegaan van 1 januari 1997. De termij nen en tijdsplanningen zijn op die datum afgesteld. Mocht onverhoopt de herindelingsdatum op een later tijdstip komen te liggen, dan zullen uiteraard de termijnen en tijdsplanningen moeten worden aangepast. 2 Doelstelling en uitgangspunten van de inpassingsregeling De inpassingsregeling beoogt voor alle ambtenaren een passende functie te verkrijgen in de nieu we organisatie; in al die gevallen waarin dat - om welke reden dan ook - niet geschiedt, biedt het Sociaal Statuut waarborgen voor een adequate regeling. Het belangrijkste uitgangspunt is neergelegd in artikel 3, waarin wordt uitgesproken, dat ten gevolge van de gemeentelijke herindeling geen gedwongen ontslagen zullen plaatsvinden. Elke ambtenaar wordt in principe een passende of geschikte functie aangeboden; ambtenaren van 55 jaar of ouder op 1 januari 1997 kunnen als zij dat wensen, gebruik maken van een bijzondere-op- dracht-regeling (artikel 17). In artikel 19 is flankerend beleid opgenomen; hiermee wordt beoogd een op maat gesneden regeling te treffen voor de ambtenaar aan wie geen passende of geschikte functie kan worden aangeboden en voor wie tevens de regeling als bedoeld in artikel 17 (55-jarige regeling) niet van toepassing is. In dit verband wordt opgemerkt dat WSW-personeel geen ambtenaar is en derhalve buiten de werking van het Sociaal Statuut valt. Ten aanzien van deze categorie medewerkers acht de stuurgroep het wenselijk dat indien betreffende werkzaamheden niet door een ambtenaar zullen worden verricht er een inspanningsverplichting bestaat zoveel mogelijk WSW-medewer ers te herplaatsen. Ook aan banenpoolers zal in gelijke mate bijzondere aandacht worden geschonken. Werknemers die op de datum van herindeling een tijdelijk dienstverband hebben, zullen, wanneer zij -bij het aflopen van het dienstverband- tot dan toe goed hebben gefunctioneerd, een voorkeursbehandeling krijgen bij het opvullen van vacatures via externe werving. De inpassingsregeling is verder gebaseerd op de volgende uitgangspunten: - Aan alle ambtenaren uit de betrokken gemeenten wordt de gelegenheid gegeven zelf de ver antwoordelijkheid te nemen om te opteren voor een bepaalde functie in de nieuwe organisatie. Inpassing zal zoveel mogelijk plaatsvinden in een functie die overeenkomt met de huidige functie. - Bij de stuurgroep, en na 31 december 1996 het college van burgemeester en wethouders van de nieuwe gemeente ligt de verplichting de grootst mogelijke zorgvuldigheid en objectiviteit in acht te nemen. Dit houdt ook in dat de grootst mogelijke openheid naar de betrokken ambtenaar toe met betrekking tot motivatie, die tot de (voorlopige) inpassingsbeslissing heeft geleid, inclusief de wijze waarop omtrent hem informatie is verzameld, wordt betracht. De ten behoeve van het inpassingsbeleid te verzamelen informatie omtrent persoon en functi oneren wordt uitsluitend voor de inpassing gebruikt. - Onder voldoende geschiktheid, vermeld in artikel 4, lid 6, wordt in schoolcijfers een 6 of ho ger bedoeld. Bij gebleken geschiktheid van meer kandidaten beslist de stuurgroep. Volledig heidshalve wordt opgemerkt dat daarin een wezenlijk onderscheid zit ten opzichte van een

Raadsnotulen

Nieuw-Vossemeer: 1957-1996 | 1996 | | pagina 156