Bijlage 3A
AGENDAPUNT
5.
RAADSVERGADERING
25 april 1996
C0DENR./W1
1.851.09.114
VOORSTEL TOT VOORTZETTING RELATIE GEMEENTEN MET DE SBD TOT 01-08-1997
Aan de gemeenteraad,
1. Inleiding.
De rijksoverheid, regering en Staten-Generaal hebben, in het kader van de notitie Lokaal Onder
wijsbeleid van het Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen, besloten om een aantal
taken van het rijk over te hevelen naar de gemeenten.
Gemeenten krijgen m.a.w. een ruimere taak op het onderwijsgebied. Deze zullen een aaneenslui
tend beleid moeten gaan voeren op het gebied van het wegwerken van onderwijsachterstanden,
handhaving van de leerplicht, werking van de regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig
schoolverlaten, de activiteitenplanning voor de volwasseneneducatie, huisvesting van primair- en
voortgezet onderwijs en de schoolbegeleiding. Gemeenten moeten in 1997 e.v. komen tot de
invulling van een zogenaamd lokaal onderwijsbeleid. In dit kader spreken we over een onderdeel
van dat beleid: de onderwijsverzorging en met name die vanuit de schoolbegeleidingsdienst.
Momenteel vervult het Streekgewest m.b.t. de schoolbegeleiding/de onderwijsverzorging een
financiële taak. Het Streekgewest subsidieert de Schoolbegeleidingsdienst Westelijk Noord-
Brabant (S.B.D.) in opdracht van de samenwerkende gemeenten.
In de vergadering van 22 november 1995 besloot het Dagelijks Bestuur van het Streekgewest,
op advies van het portefeuillehoudersoverleg onderwijs, de regierol m.b.t. de aansturing van de
gemeentelijke besluitvorming aangaande het lokale onderwijsbeleid te leggen bij het Streekge
west en het portefeuillehoudersoverleg onderwijs uit te nodigen in maart 1996 een voorstel aan
u voor te leggen, waarin de relatie tussen het Streekgewest en de SBD voor 1997 wordt
ingevuld.
In de eerste bijeenkomst van de ambtelijke klankbordgroep onderwijs van 8 januari 1996 werd
geconstateerd dat van een redelijke besluitvorming m.b.t. de onderwijsverzorging en dus tot een
specifieke lokale sturing van de SBD binnen het tijdsbestek van enkele maanden geen sprake
kan zijn.
In het verlengde hiervan verzocht de portefeuillehouder van het Streekgewest, de heer E.A.
Lukkassen dan ook de portefeuillehouders onderwijs van de achttien samenwerkende gemeenten
schriftelijk op de hierboven genoemde conclusie van de ambtelijke klankbordgroep te reageren.
De portefeuillehouders van de gemeente Bergen op Zoom, Roosendaal en Nispen, Rucphen,
Hoeven, Halsteren, Wouw, Steenbergen, Ossendrecht, Putte, Oud- en Nieuw Gastel, Woens-
drecht, Dinteloord en Prinsenland, Nieuw-Vossemeer, Huybergen en Oudenbosch gaan akkoord
met het voorstel om de achttien gemeenteraden voor te stellen te besluiten de relatie met de
SBD tot 1 augustus 1997 voort te zetten via het Streekgewest.
De portefeuillehouders van de gemeenten Fijnaart en Heijningen, Standdaarbuiten en Willemstad
geven aan zich slechts te kunnen binden tot 1 januari 1997 in verband met de komende
gemeentelijke herindeling.