Gemeente Nieuw-Vossemeer UITGANGSPUNTEN VOOR HET GEMEENTELIJK BELEID Uit het in 1993 gesloten bijstandsaccoord Rijk-VNG zijn drie uitgangspunten voortgekomen welke ook bij de vaststelling van het gemeentelijk toeslagenbeleid een belangrijke rol dienen te spelen, te weten: 1. uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid; 2. rechtvaardigheid; 3. betaalbaarheid. Voor een inhoudelijke beschrijving van deze uitgangspunten wordt u verwezen naar hoofdstuk 4 van bijgesloten VNG-nota. Wanneer deze uitgangspunten nader worden beschouwd en daarbij wordt onderkend dat: - de Algemene Bijstandswet het (laatste) vangnet in ons sociale zekerheidsstelsel is, - die wet een minimaal noodzakelijk bestaansniveau moet garanderen en - daarmee een open-eind karakter wordt gekenmerkt, kan niet anders worden geconcludeerd dan dat het uitgangspunt van rechtvaardigheid het meeste gewicht dient te krijgen. De bijstand, inclusief de toeslag, moet voor de uitkeringsgerech tigde voldoende zijn om in de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan te voorzien. Wanneer aan dit uitgangspunt is voldaan, kan binnen de dan resterende mogelijkheden op basis van uitvoerbaarheid, handhaafbaarheid en betaalbaarheid de keuze nader worden bepaald. INVULLING TOESLAGENBELEID (Hfdst. 6 vanaf par. 4 VNG-nota) De VNG brengt de keuze met betrekking tot het toeslagenbeleid uiteindelijk terug tot de vier volgende varianten: a. de werkelijke kosten-variant; b. de aandeel in de uitkering-variant; c. de cluster-variant; d. de forfaitaire variant. Het gemeentebestuur is nu aan de beurt om middels een afweging van de voors en tegens in het algemeen en in de Nieuw-Vossemeerse situatie in het bijzonder zijn keuze hierin te bepalen. A De werkelijke kosten-variant: De VNG kent deze variant een grote mate van rechtvaardigheid toe, maar stelt daar tegenover een zeer lage score voor wat betreft de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid. Dat kan nog worden aangevuld met een hoge fraudegevoeligheid. Immers deze variant brengt een fors aantal posten met zich mee die ieder voor zich in direct verband staan met de hoogte van de uitkering en dat die openingen bieden voor misbruik en fraude. Dit vraagt dan op zich ook weer om een enorm controleapparaat met alle negatieve gevolgen van dien voor de betaalbaarheid van deze variant. B De aandeel in de uitkering-variant: Ook voor deze variant mag worden gesteld dat hij hoog scoort terzake van de rechtvaardigheid. Echter de vele mogelijke uitkeringsvarianten (gemeentelijk Bin) leiden naar verwachting tot forse uitvoeringsproblemen, een hoge mate van fraudegevoeligheid en daarmee tot hoge uitvoe ringskosten. Het laatste punt beïnvloedt de betaalbaarheid negatief die voor het overige sterk afhankelijk is van de gekozen percentages en de bestandssamenstelling. Bij nadere bestudering van deze variant blijkt dat in de praktijk vrijwel altijd geldt, dat -indien men één van de volgende kostenposten: kosten van verzekeringen en belastingen, kosten van vaste lasten, kosten van contributies en abonnementen en kosten van duurzame gebruiks goederen, kan delen- dit ook geldt voor de andere drie genoemde kostensoorten. Dit pleit voor een verdere versimpeling hetgeen is uitgewerkt in de clustervariant. Discussienota Toeslagen- en verlagingsbeleid Nieuwe Algemene Bijstandswet (nAbw) per 01-01-96

Raadsnotulen

Nieuw-Vossemeer: 1957-1996 | 1995 | | pagina 13