laat weergeven.
Op grond van de op 1-1-1995 in werking getreden Wet Waardering Onroerende Zaken (Wet
WOZ), wordt de waarde van de objecten iedere vier jaar opnieuw vastgesteld. In de Wet WOZ is
als eerste uniforme waardepeildatum opgenomen 1 januari 1995.
Om de uniforme peildatum van 1 januari 1995 te realiseren zijn er twee mogelijkheden, te
weten:
1. Gebruikmaking van een wetsfictie. Hierbij worden de waardegegevens met als peildatum
1-1-1993 geacht te zijn bepaald naar de waardepeildatum, 1-1-1995. Deze waardegege
vens gelden dan gedurende het gehele eerste tijdvak volgens de Wet WOZ (1997-2000).
2. Tussentijdse herwaardering. Hierbij vindt een herwaardering naar de peildatum 1-1-1995
plaats. Deze waardebepaling dient begin 1997 gereed te zijn, zodat de nieuwe vastgestelde
waarden voor 28-02-1997 bij beschikking kunnen worden vastgesteld en verzonden aan de
belanghebbenden, de Belastingdienst en de Waterschappen.
Tegenover de kapitaalvernieting die ontstaat bij herwaardering van de onroerende zaken, stelt
het Ministerie van Financiën een vergoeding van 7 8,= per object, per jaar.
Het voordeel van herwaardering is dat de waardebepalingen aan alle voorwaarden volgens de
Wet WOZ voldoen en daardoor waarschijnlijk door de belastingplichtigen beter geaccepteerd
zullen worden.
Het compliment van de heer Slokkers over de wijze van verantwoording middels de jaarrekening
1994 neemt de voorzitter in dank aan. Verder stelt de voorzitter op de vraag van de heer
Slokkers over rechtstreekse terugvloeiing van het positieve saldo 1994 naar de burgers, dat door
middel van de bestemming van het saldo zoals dit in het raadsvoorstel is weergegeven, de
burgers hier per saldo van profiteren. De voorzitter merkt verder nog op dat niet alleen de
belastingen debet zijn aan het overschot op de jaarrekening 1994, maar dat het saldo is ontstaan
door een samenstel van over- en onderschrijdingen.
Op de vraag van de heer de Jong over de tijdelijke huisvesting van een 8" lokaal in gemeen
schapshuis "de Nieuwe Draaikolk" antwoordt de voorzitter dat per teldatum 1-10-1993 (van
toepassing voor bekostiging voor het schooljaar 1994/1995) de leerlingennorm onderschreden
werd, waardoor bekostiging voor genoemd schooljaar vervalt. Per teldatum 1-10-1994 (van
toepassing voor bekostiging voor het schooljaar 1995/1996) is het vereiste aantal leerlingen
wederom behaald, waardoor bekostiging wederom verkregen kan worden.
Op de vraag van de heer Reuvers over de lokatie van het onderkomen voor de brandweer/open
bare werken, antwoordt de voorzitter dat bij de situering van deze huisvesting uiteraard rekening
gehouden wordt met de arseenproblematiek aan de Hoogte/Veerweg.
In tweede termijn informeert de heer van Geel wanneer het onderkomen voor de brandweer/
openbare werken gerealiseerd zal worden.
Daarnaast informeert de heer van Geel of de kostenverrekening in het kader van de Wet WOZ
(40% gemeente, 30% Rijksbelastingdienst, 30% Waterschapslastenadministratie) reeds nu van
toepassing is.
De heer de Koning vraagt of ten tijde van de behandeling van het voorstel over de spreiding van
het aantal termijnen voor de betaling van de belastingaanslag, reeds bekend was dat er een
dergelijk overschot op de jaarrekening 1994 zou zijn. Hij zou met die kennis dan gepleit hebben
voor meerdere betalingstermijnen, conform aan de regeling zoals die in de gemeente Steenber
gen geldt.
De heer de Koning stelt verder dat de gemeentereiniging slechts kostendekkend hoeft te zijn en
verzoekt het college hiermee in de begroting 1996 rekening te houden.
Pag. 3