aanwezig. Tot ieders verbazing werd de beschoeiing enkele meters in de Kreek geplaatst,
hetgeen Nieuw-Vossemeer nu tussen de f 60.000,= en f 80.000,= zal gaan kosten en men
vreze voor de toekomst. De heer Slokkers stelt dat hij deze vorm van beleid niet kan waarderen
en zegt dan ook tegen het voorstel te willen stemmen. Hij vult daarbij aan dat hij er, ten aanzien
van de verantwoordelijke wethouder, gevoeglijk van uitgaat dat deze de enig juiste conclusie zal
trekken omdat dit brevet van onvermogen niet iets is om trots op te zijn. De heer Slokkers geeft
het college van b. en w. een compliment voor de wijze waarop zij deze kwestie steeds als
gezamenlijke verantwoordelijkheid op zich neemt en met de mantel der liefde bedekt.
De heer van Geel zegt dat het hele gebeuren rondom de aanleg van de beschoeiing geen
schoonheidsprijs verdient. Het college heeft verondersteld dat deze handelswijze zonder
noemenswaardige mislukkingen zou kunnen gebeuren. De les die hieruit geleerd kan worden is
dat bij terzake kundige mensen vooraf advies ingewonnen moet worden om in de toekomst dit
soort problemen te voorkomen. De verankering is op advies van de wethouder en de aannemer
geplaatst. Hoe denkt men binnen het college over deze constructie?
Mevrouw Verdonk- Reuvers stelt dat zij destijds met de handelswijze zoals deze door het college
is voorgelegd heeft ingestemd. Zij is van mening dat zij nu ook medeverantwoordelijk is. Zij is
derhalve voor het voorstel.
De heer Dekkers is van mening dat de gemeenteraad in een eerdere vergadering financiële
middelen beschikbaar heeft gesteld voor de beschoeiing van de Rietkreek en niet voor de
demping hiervan. Hij vindt dat de gemeenteraad eerder geïnformeerd c.q. geraadpleegd had
moeten worden. Hij zegt tegen het voorstel te zijn.
De heer de Koning zegt dat de beschoeiing aan de Burg. Catshoeklaan zal laten zien wat de
uiteindelijke oorzaak van de verzakking is. Verder merkt hij op dat wethouder Buijs zich als
wethouder moet gedragen en niet als uitvoerder.
De voorzitter merkt op dat er binnen het college sprake is van collegiaal bestuur en dat derhalve
het voltallige college verantwoordelijk is.
De heer Buijs antwoordt dat er fouten zijn gemaakt. Uiteindelijk zal de beschoeiing helaas
duurder uitvallen.
Op de opmerkingen van de heren Slokkers en Dekkers deelt de heer Buijs mee dat er meerdere
oorzaken zijn waardoor men de beschoeiing circa 2 mtr. in de Kreek heeft moeten plaatsen,
zoals de benodigde werkruimte en de zachte ondergrond. Daarnaast was de oude beschoeiing
reeds 1 Vi mtr. ingekaveld.
Verder deelt hij mee dat ook aan de Burg. Catshoeklaan verankering wordt aangebracht ivm. de
beperkte drukkracht. Hij merkt verder op dat onderzoek door de Grontmij. zou hebben uitgewe
zen dat verankering noodzakelijk was.
De voorzitter beaamt de stelling van de heer van Geel dat het hele gebeuren rondom de aanleg
van de beschoeiing aan de Rietkreek niet de schoonheidsprijs verdient. De commissie is echter
deelgenoot gemaakt van de plannen. Zo ook de gemeenteraad. Het gemeentebestuur is
uiteindelijk verantwoordelijk. De les die hieruit geleerd kan worden is dat voortaan uitvoerige en
deskundige voorbereiding dient plaats te vinden om soortgelijke situaties te voorkomen.
De heer Reuvers merkt op dat het werkplan, waarover in de commissie Openbare Werken c.a. is
gesproken, niet op tafel is geweest. Tijdens laatstgenoemde vergadering is nimmer gesproken
over het 2 mtr. in de Rietkreek plaatsen van de beschoeiing. Hij vraagt verder welke garantie er
voor de toekomst tegen het verzakken is.
De heer de Koning vult aan dat de zware machines en het vele grondverzet de oorzaak van de
verzakking zijn geweest.
De heer van Geel stelt dat zijn vraag over het advies door de wethouder en aannemer over de
verankering niet is beantwoord.
De heer Dekkers vraagt welke voorzieningen worden gerealiseerd voor de opstap van eenden.
Tevens zegt hij stemming te wensen over het voorstel om aan te tonen dat de werkwijze niet
goed is geweest.
De heer Buijs beantwoordt de vraag van de heer van Geel over het advies voor de verankering
door te zeggen dat adviesbureau de Rooij en aannemingsmaatschappij Scheepers het advies
hebben afgegeven.
De vraag van de heer Reuvers over garantie voor de beschoeiing beantwoordt hij met de
Pag 4