Gemeente Nieuw-Vossemeer De raad van de gemeente Nieuw-Vossemeer; gelet op de artikelen 219, aanhef en onderdeel i, en 227, eerste lid, aanhef en onderdeel b, ten eerste en ten tweede, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer; BESLUIT: vast te stellen de: Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 1995. Hoofdstuk I Algemene bepalingen Artikel 1 Inleidende bepaling Krachtens deze verordening worden geheven: a een afvalstoffenheffing; b reinigingsrechten. Artikel 2 Begripsomschrijvingen Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: a Algemene wet: de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Stb. 1959, 301); b grof bedrijfsafval: afvalstoffen, met uitzondering van autowrakken, afkomstig van bedrijven en instellingen, welke door aard, omvang of hoeveelheid niet periodiek worden ingezameld. Hoofdstuk II Afvalstoffenheffing Artikel 3 Aard van de belasting Onder de naam "afvalstoffenheffing" wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer (Stb. 1992, 551). Artikel 4 Belastbaar feit en belastingplicht 1 De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.11 van de Wet milieubeheer (Stb. 1992, 551) een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt. 2 Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt: a degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht feitelijk gebruik maakt van het perceel; b ingeval een gedeelte van een perceel ten gebruike is afgestaan: degene die dat gedeelte ten gebruike heeft afgestaan. Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief De belasting wordt geheven naar de maatstaf en het tarief, opgenomen in hoofdstuk 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel. ÈU

Raadsnotulen

Nieuw-Vossemeer: 1957-1996 | 1994 | | pagina 41