BIJLAGE 2A.
AGENDAPUNT RAADSVERGADERING CODENR./B
5. 31 MAART 1994 -2.08
VOORSTEL TOT HET BESCHIKBAAR STELLEN VAN FINANCIëLE MIDDELEN
VOOR HET AANTREKKEN VAN EEN ADMINISTRATIEVE KRACHT
Aan de gemeenteraad,
Eind 1990 is door het O.D.R.P. het rapport formatieplaatsenonderzoek gepresenteerd.
Doel van dit rapport was een objectief beeld te verkrijgen van de werkdruk van het
ambtelijk apparaat.
Ten aanzien van de secretaris wordt in het rapport geconcludeerd dat het takenpakket met
1,0 mensjaar onderbezet is. Volgens de kengetallen, welke het O.D.R.P. hanteert is voor
dit takenpakket aanzienlijk meer capaciteit nodig, namelijk tussen 1,3 en 1,6 mensjaar.Zie
pagina 8 van het rapport.
Uiteraard is daarbij geen rekening gehouden met taken, die daar later nog bijgekomen
zijn. B.v. de nieuwe Algemene Wet Bestuursrecht en de nieuwe Gemeentewet. Daarnaast
vergt ook de gemeentelijke herindeling steeds meer de aandacht. Ook is geen rekening
gehouden met zaken het Streekgewest betreffende.
In de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 20 november 1990
is het O.D.R.P-rapport met een reactie van de secretaris, die door het voltallige personeel
werd onderschreven, besproken. Besloten is toen dat de secretaris een nota zou opstellen
met de financiële consequenties, die de aanbevelingen zouden hebben.
Op 4 december 1990 is vervolgens besloten dat in het Investeringsprogramma bij de
begroting 1991 de benodigde financiën zouden worden opgenomen.
In het concept-I.P. 1991 is vervolgens een bedrag opgenomen dat zou moeten voorzien in
de oplossing van het knelpunt in de personeelsformatie.
In verband met noodzakelijke financiële bezuinigingen is dat bedrag vervolgens door de
gemeenteraad geschrapt.
In een korte notitie d.d. 17 april 1991 van de secretaris werd aangegeven dat als gevolg
van de bezuinigingen geen inhoud gegeven werd aan de aanbevelingen uit het rapport.
Voor het college van burgemeester en wethouders was dat aanleiding te besluiten de
aanbevelingen alsnog over te nemen en de daarbij behorende gelden beschikbaar te stellen.
In de vergadering van de commissie algemene zaken van 10 juni 1991 werd vervolgens
door de heer Van Geel het voorstel gedaan om in de uitbreiding van personeel ter
ontlasting van de gemeentesecretaris te voorzien in de technische sfeer. Hierdoor zou op
termijn een kostenbesparing kunnen optreden door het afstoten van externe advisering
bouw- en woningtoezicht, begeleiding bij civieltechnische werken en coördinatie werk
zaamheden openbare werken.
Het vervolg van de procedure is vermoedelijk als gevolg van de nadere gemeentelijke
herindeling en de financiële positie van de gemeente gestagneerd.
Thans blijkt het echter dringend noodzakelijk alsnog besluitvorming te plegen om de
overbelasting van de gemeentesecretaris te elimineren.
Uitgaande van het organisatie-onderzoek is door het college van burgemeester en
wethouders tot uitbreiding van het personeelsbestand besloten, waarbij de volgende taken
1