- 2 - - welke mogelijkheden zijn er om tot een andere taakverdeling te komen en wordt er wel voldoende gedelegeerd? De heer van Geel zegt dat in 1990 reeds de onderbezetting van 60% is geconstateerd. Er is toen een oplossing gecreëerd in de vorm van een ingehuurde kracht op bouw- en woningtoezicht. Echter, vanwege voortschrijdende decentralisatie is een verzwaring van het takenpakket naar de ambtenaren toe ontstaan. Er moet nu dus weer naar een oplossing gezocht worden. Wel beseft de heer van Geel dat het voorstel een aanslag vormt op de financiële situatie van de gemeente. De onderbouwing is nog te vaag. Echter om een werkbare situatie te houden kan de heer van Geel het collegevoorstel steunen. De heer Slokkers merkt op dat in de commissie Algemene Zaken c.a. vragen zijn gesteld en ook suggesties naar voren zijn gebracht om in het voorstel mee te nemen. Het voorstel is weloverwogen tot stand gekomen en geformuleerd. De heer Slokkers herinnert eraan dat de voltallige raad destijds heeft ingestemd met het onderzoek door het ODRP en de consequenties ervan te aanvaarden. Dat die consequenties vooruitgeschoven zijn is dus ieders verantwoordelijkheid en heeft een financiële besparing opgeleverd gedurende die jaren. De heer Slokkers vindt dan ook dat men nu deze verantwoordelijkheid niet uit de weg moet gaan. De heer Dekkers zegt dat men in de commissie Algemene Zaken c.a. het er over eens was dat een niet alleen administratief maar ook technisch onderlegde persoon het meest interessant is. De heer Dekkers vraagt of er een inspanning is geweest om iemand te vinden die beide taken zou kunnen vervullen. De voorzitter merkt in zijn algemeenheid op dat hij, personeelszaken in zijn portefeuille hebbende, de hand in eigen boezem wil steken en zegt zich misschien niet voldoende van zijn taak te hebben gekweten met betrekking tot dit onderdeel van zijn portefeuille. Voorts noemt de voorzitter het toeval dat dit gebeurt nu de zittende raad bijna aan het eind van haar zittingsperiode is gekomen. Dit neemt echter niet weg dat het college, ondanks het feit dat de secretaris zelf nooit aan de bel trok, toch eerder met dit voorstel had moeten komen. In antwoord op een opmerking van de heer Buys zegt de voorzitter nog dat de burgers hier niet de dupe van worden maar dat -om de woorden van de heer Slokkers te herhalen- er in feite bijna 4 jaar een besparing heeft plaatsgevonden. Op de vraag van de heer Dekkers over een administratieve zowel als technisch onderlegde kracht antwoordt de voorzitter hierover de nodige informatie te hebben ingewonnen. Hij geeft in het kort weer waarom het college een combinatie van taken niet wenselijk acht. De heer Buys heeft nog een aantal opmerkingen naar aanleiding van het betoog van de voorzitter. Het ODRP-rapport moet uitgevoerd worden. De fractie van de heer Buys staat er niet voor in dat de OZB volgend jaar niet met 10% verhoogd moet worden in verband met de nieuwe administratieve kracht. Een extra uitgave van f. 75.000,= op

Raadsnotulen

Nieuw-Vossemeer: 1957-1996 | 1994 | | pagina 71