Uitgangspunten
Bij de totstandkoming van de verordeningen hebben de volgende uitgangs—
punten voor ons college een belangrijke rol gespeeld.
- De modelverordening van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG)
heeft als leidraad gediend;
- het uit te voeren WVG-beleid moet passen binnen het budget dat de
gemeente ten behoeve van de WVG in het gemeente-fonds ontvangt;
- uit oogpunt van het beginsel van rechtsgelijkheid wordt er naar
gestreefd een gelijke verordening en verstrekkingen-niveau voor alle
achttien gemeenten in het streekgewest vast te kunnen stellen.
Regionale samenwerking
De nu voorliggende verordening is gebaseerd op de voorbereiding die in een
regionale ambtelijke projectgroep in opdracht van de achttien colleges van
burgemeester en wethouders in ons streekgewest is voorbereid.
In opdracht van de colleges is deze projektgroep uitgegaan van het feit dat
alle achttien gemeenten zelf zorgdragen voor een eigen uitvoerings
organisatie.
Samenwerking tussen de gemeenten werd noodzakelijk geacht m.b.t.:
- het tot stand komen van de verordening;
- de wijze van indicering, advisering en verstrekkingen.
Wij hechten er aan dat alle achttien gemeenten in het streekgewest een
gelijk verstrekkingenbeleid voeren, en vinden het van groot belang dat dat
tot uiting komt in een gelijke verordening voor alle gemeenten.
De nuancering naar de afstemming van een bepaalde voorziening in relatie
tot de plaatselijke omstandigheden zal zich kunnen uiten in de wijze waarop
het verstrekkingenbeleid in de gemeente wordt uitgevoerd.
Verstrekkingenbeleid
In de raadsvergadering van maart 1994 zal de nota verstrekkingenbeleid aan
u worden voorgelegd.
In deze nota wordt de vertaalslag gemaakt van de verordening naar het
uitvoeringstraj ekt
Ingegaan zal worden op de afbakening naar andere regelgeving, de
advisering, de invulling van het verstrekkingenbeleid ten aanzien van
woon-voorzieningen, vervoersvoorzieningen en rolstoelen.