BIJLAGE 1 OA.
AGENDAPUNT RAADSVERGADERING CODENR./W2
13. 27 JANUARI 1994 -1.823
VOORSTEL TOT TOEPASSING VAN DE LEIDRAAD VEEHOUDERIJ EN MILIEU EN HET
DAAROP BETREKKING HEBBENDE PROTOCOL D.D. 26 MEI 1993.
Aan de gemeenteraad.
Bij raadsbesluit van 25 november 1993 heeft u raad besloten dat een
wijziging wordt voorbereid van het bestemmingsplan Buitengebied. Dit
voorbereidingsbesluit is genomen om ongewenste vestiging van intensieve
veehouderijen tegen te gaan. Het voorbereidingsbesluit geldt niet voor
de bouwblokken van de bestaande agrarische bedrijven.
De bijdrage van de landbouw aan de verzuring in Noord-Brabant bedraagt
gemiddeld circa 50%. In de concentratiegebieden van veehouderij in
Oost-Brabant is dat zelfs meer dan 80%.
Op provinciaal niveau zijn initiatieven genomen om de verzuring terug
te dringen. Dit heeft geleid tot initiatieven op diverse gebieden. Een
gebied dat tot nog toe onvoldoende aandacht kreeg was de terugdringing
van ammoniakuitstoot in stallen. Inmiddels zijn er echter technieken
ontworpen, die ook leiden tot terugdringing van de ammoniakuitstoot in
stallen. Het landelijk beleid met betrekking tot dit probleem is echter
nog onvoldoende.
Op initiatief van de provincie Noord-Brabant is daarom de Leidraad
Veehouderij en Milieu ontwikkeld. Deze leidraad gaat niet uit van
bevriezing van het vee-areaal, maar speelt in op de dynamiek in de
sector. Met andere woorden ook in de veehouderij bestaan mogelijkheden
tot vestiging of uitbreiding van veehouderijbedrijven. Echter wel onder
een aantal milieurandvoorwaarden. Een daarvan is dat nieuwe en aan te
passen stallen altijd emissie-arm uitgevoerd dienen te worden.
Wanneer een veehouder aan de Leidraad voldoet krijgt hij de garantie
dat tot 2005 geen extra eisen zullen worden gesteld aan de
ammoniakuitstoot van nieuwe of aangepaste stallen.
Over de Leidraad Veehouderij en Milieu is overeenstemming bereikt met:
-het landbouwbedrijfsleven vertegenwoordigt door het Landbouwschap;
-de V.N.G. afdeling Noord-Brabant;
-de stallenbouwers c.q. -ontwerpers.