BIJLAGE 6A. AGENDAPUNT RAADSVERGADERING CODENR./b 9. 27 januari 1994 2.07.352.75 VOORSTEL TOT HET AANGAAN VAN EEN VASTE GELDLENING GROOT 500.000,= Aan de gemeenteraad, Bij raadsbesluit van 11 november 1993, heeft de gemeenteraad het college van burgemeester en wethouders gemachtigd vlottende financiering om te zetten in vaste financiering indien de vlottende financiering en de financieringsbehoefte daartoe aanleiding geven. Door het verlenen van deze machtiging kan tijdig worden ingespeeld op de rente-ontwikkelingen, waardoor rente-verliezen voorkomen kunnen worden. In de loop van 1993 is een aantal kapitaalinvesteringen gedaan welke zijn voorgefinancierd met kasgeld. Het is aan de gemeente toegestaan kapitaalinvesteringen te financieren met kasgeld, mits de kasgeldlimiet niet overschreden wordt. De kasgeldlimiet voor 1994 is becijferd op 673.652,=. Gelet op de hoogte van de investeringen waarvoor in 1993 door de gemeente raad kredieten zijn gevoteerd, en de investeringen zoals deze zijn opgeno men in het Investeringsplan 1994-1997, schijf 1994 en niet te vergeten de zeer gunstige rentestand, is het thans gewenst een vaste geldlening af te sluiten. Ten behoeve van de hoogte van de langlopende geldlening is op basis van de voorhanden zijnde gegevens, het vermogensoptimum bepaald. Voor 1994 is begroot dat bij het aangaan van een vaste geldlening ad 500.000,= de vermogenskosten, zeker op termijn, het geringst zijn. Voorgesteld wordt een annuïteitenlening aan te gaan bij de Bank voor Nederlandse Gemeenten tegen een rente van 6,25% per jaar, 15 jaar, rente vast. Provisie en kosten zijn nihil. In artikel 170 van de "oude" gemeentewet werd bepaald dat de raad bevoegd was tot het aangaan van geldleningen, het uitlenen van gelden en het aangaan van rekening-courantovereenkomsten. Op grond van artikel 228 van de "oude" gemeentewet, waren dergelijke besluiten aan goedkeuring van Gedepu teerde Staten onderhevig. Op dit onderdeel is sprake van een belangrijke wijziging in de "nieuwe" Gemeentewet ten opzichte van de "oude" gemeentewet. In eerste instantie dient te worden opgemerkt dat deze raadsbevoegdheid niet langer expliciet in de Gemeentewet is opgenomen. De bevoegdheid tot het aangaan van deze besluiten is echter bij de raad gebleven. Verder dient te worden voldaan aan de eisen, zoals opgenomen in de Wet Financiering Lagere Overheden (Wet Filo, Stb. 1986, 660) en de daarop betrekking hebbende uitvoeringsbesluiten. 1

Raadsnotulen

Nieuw-Vossemeer: 1957-1996 | 1994 | | pagina 27