4 gemeentelijke heffingen maar ook door de saneringswerkgroep Financiën, die de nodige maatregelen en bezuinigingen in de investeringsstaat heeft genomen. De voorzitter noemt o.a. riolering, sportvelden, kleedruimtes N.V.S., speeltoestellen als gemeentelijke eigendommen bestemd voor publieke dienst waarvan het onderhoudsniveau aanzienlijk is gestegen. Inzake het oude gemeentehuis zegt de voorzitter dat het college het standpunt huldigt het gebouw in de oorspronkelijke staat te handhaven. Mocht dit niet te realiseren zijn dan is men al heel blij als de voorgevel intact kan blijven. Met betrekking tot de reorganisatie bij de politie zegt de voorzitter dat deze niet geheel volgens plan is verlopen. De team-sterkte van Steenbergen is bijvoorbeeld nog dezelfde als voordat Nieuw-Vossemeer erbij kwam. Dit houdt in dat de bezetting niet maximaal is. De voorzitter durft niet te zeggen of er nu minder gesurveilleerd wordt dan voorheen. Op de vragen over een verenigingsgebouw zegt de voorzitter dat uit het behoeftepeilingsonderzoek duidelijk naar voren is gekomen dat er inderdaad een behoefte bestaat. Echter, op de vraag of verenigingen ook bereid waren de financiële consequenties van een dergelijke accomodatie te dragen werd ontkennend geantwoord. Het college heeft daarop besloten het tweede gedeelte van het onderzoek niet meer te doen uitvoeren. Vervolgens zegt de voorzitter dat de provincie, gelet op de komende herindeling, nooit of te nimmer nog toestemming zal geven voor een investering in of een renovatie van een sporthal annex verenigingsgebouw. Met betrekking tot de vragen over de afvalstoffenheffing en de mogelijkheid tot het verkrij gen van een mini-container zegt de voorzitter dat men niet uit de tred moet gaan lopen met Steenbergen. Alleen indien strikt noodzakelijk wil het college zijn medewerking verlenen bij het uitgeven van mini-contai ners De voorzitter geeft aan dat het college van mening is dat op het Slaakdamgebied een definitieve bestemming moet komen. Onderzocht wordt welke gewenste bestemming dit moet zijn. De vraag is of een landbouwbestemming een juiste is. Het kan bijv. ook bos zijn. Refererend naar de woorden van de heer Buys dat is aangetoond dat de basisschool de komende jaren 8 groepen heeft, zegt de voorzitter dat, door middel van een prognose 2 jaar geleden, dit is aangetoond. Dit wil niet zeggen dat het definitief is. Men is hierin afhankelijk van het rijksbeleid. Zo was bijvoorbeeld de leerlingenweging bijna afgeschaft. Ook het verloop van de bevolking heb je niet in de hand. De opmerkingen over de exploitatie van de gronden van Van Gaans doen de voorzitter zeggen dat het college - 5 - ook niet weet op welke termijn plannen doorgang kunnen vindenDe onderhandelingen zijn uitbesteed aan een project-ontwikkelaar. Het college hoopt dat op korte termijn een aanvang genomen kan worden met de uitvoer van plannen. Terugkomend op de afvalstoffenheffing en tarief-differentiatie wil de voorzitter nog een aantal punten op een rijtje zetten. - er zijn toegestane mogelijkheden tot differentiatie zoals bijv. inzamelfrequentie -waarvoor een ontheffing van G.S. nodig is- en aantal bewoners per perceel; - er zijn niet toegestane mogelijkheden tot differen tiatie, zoals bijv. groepen mensen, feitelijk gebruik van dienst en draagkacht; Resumerend blijft dus alleen het aantal bewoners per perceel over. Het uitgangspunt is:"de vervuiler betaalt". Vanuit de Ministeries van Binnenlandse Zaken en Vrom worden circu laires uitgegeven om een milieu-bewust gedrag aan te leren. In de toekomst wordt het misschien mogelijk op basis van de hoeveelheid afval te heffen, nu kan dat technisch gezien nog niet. Het college is van mening dat er nadelen zijn aan tarief-differentiatie. De voorzitter geeft aan dat men dan enkel maar verschil maakt tussen 1 persoon of meerdere personen per perceel. De oneerlijkheid schuilt hierin dat het verschil tussen een 2-, 3- of meer persoonshuishouden onderling intact blijft. Het college heeft gesproken over de principiële benadering. Het kostenplaatje is dus buiten beschouwing gelaten. Het college vindt dat scheiding tussen alleen een 1 of meer persoonshuishoudens niet reëel is. Daarom adviseert het college geen tariefdifferentiatie in te voeren. De heer Van Geel zegt dat het verschil tussen 1 of meer persoonshuishoudens groter is dan het verschil tussen de meerpersoonshuishoudens onderling. De stortkosten geven het verschil aan en omgeslagen is dat afgerond f. 50,minder. Dit zou gekort kunnen worden. De voorzitter zegt dat 100% dekking wordt verlaten. De heer Van Geel zegt dat dit alleen voor 1994 zou zijn. Met ingang van 01 -01-1995 gaan de meerpersoons-huishoudens meer betalen. De heer Dekkers steunt het voorstel van de heer Van Geel f. 50,te korten voor alleenstaanden. De voorzitter merkt nog op dat bij het invoeren van een heffing per ingeleverde kilo afval dit weer zal lei den tot een ontwijk-gedrag. Mensen proberen hun afval ergens te dumpen. De voorzitter zegt dat het college het voorstel van de heer Van Geel -de heffing voor alleenstaanden met f. 50,- te korten tot het hare maakt Het zal aldus worden uitgevoerd en het tekort voor 1994 als gevolg van de differentiatie zal uit een andere post

Raadsnotulen

Nieuw-Vossemeer: 1957-1996 | 1993 | | pagina 3