Gemeente Nieuw-Vossemeer Artikel 2.1.2 Weigeren bouwvergunning Een vergunning moet worden geweigerd indien de in de aanvraag vermelde wijze van gebruik van de inrichting in relatie tot de beoogde gebruiks functie niet geacht kan worden een brandveilig gebruik te zijn en door het stellen van voorschriften geen voldoende brandveilig gebruik kan worden bereikt. Artikel 2.1.3 Intrekken vergunning 1. Burgemeester en wethouders kunnen een vergunning intrekken indien: a. blijkt, dat zij de vergunning ten gevolge van onjuiste of onvolledige gegevens hebben verleend; b. blijkt dat de houder van de vergunning niet heeft voldaan aan een voorschrift van de vergunning; c. van de vegunning geen gebruik wordt gemaakt binnen 26 weken na het onherroepelijk worden van de vergunning; dan wel de datum of periode de datum of periode waarop of waarin een activiteit is voorzien waarvoor de vergunning is verleend, is verstreken zonder dat de bedoelde activiteit heeft plaatsgevonden; d. van de vergunning gedurende een periode van 26 weken of langer geen gebruik is gemaakt; e. het belang waarvoor de vergunning is verleend dit vereist op grond van een verandering van de inzichten en/of verandering van de omstandigheden gelegen buiten de inrichting, opgetreden na het verlenen van de ver gunning, en het niet mogelijk blijkt door het stellen of wijzigen van voorschriften dat belang voldoende te beschermen. Artikel 2.1.4 Verplicht aanwezige bescheiden In de inrichting waar de activiteiten plaatsvinden waarop de vergunning betrekking heeft moet de vergunning aanwezig zijn, en moet op verzoek van degene die is belast met de zorg voor de naleving van deze verordening, ter inzage worden gegeven. Paragraaf 2 Het van voorkomen van brand en het beperken brand en brandgevaar

Raadsnotulen

Nieuw-Vossemeer: 1957-1996 | 1993 | | pagina 23