fcuy. y\ AGENDAPUNT RAADSVERGADERING CODENR./B 28 JANUARI 1993 -2.07.72 VOORSTEL INZAKE HERZIENING WET OPENBAARHEID VAN BESTUUR: Aan de gemeenteraad. Door de inwerkingtreding van de Wet Openbaarheid van Bestuur op 1 mei 1980 kreeg de burger een nieuw recht, namelijk om kennis te nemen van informatie waarover de overheid (rijk, provincie en gemeente) beschikt. Voorts voegde de wet een nieuwe plicht tot het verschaffen van informatie toe aan datgene wat reeds uit een oogpunt van goede democratische bestuursvoering werd verricht. In verband met de inwerkingtreding van de Wet Openbaarheid van Bestuur heeft uw raad in de vergadering van 18 februari 1982 de Verordening Openbaarheid van Bestuur Nieuw-Vossemeer vastgesteld. Vervolgens is dat ook door ons college en burgemeester gebeurd, ieder voorzover het tot hun bevoegdheid behoorde De destijds vastgestelde verordening bevatte veel bepalingen, die rechtstreeks aan de W.O.B. en het Besluit Openbaarheid van Bestuur waren ontleend. Dit omdat de wet van 1980 nauwelijks ruimte liet voor eigen beleid. Wel nieuw in die verordening was de procedure van de indiening van een verzoek om informatie en de beslissing daarop. Per 1 mei 1992 is een herziening van de Wet Openbaarheid van Bestuur in werking getreden. Door deze inwerkingtreding is de eerder genoemde verordening van rechtswege vervallen. Dit is gevolg van de systematische verbeteringen, welke in de herziening van de wet zijn opgenomen. Daardoor ontbreekt de noodzaak om aanvullende bepalingen in een verordening op te nemen. De V.N.G. adviseert dan ook geen nieuwe verordening meer vast te stellen. De inhoudelijke consequenties van de herziening zijn voor de gemeenten beperkt. De belangrijkste wijzigingen hebben betrekking op het volgende -er is een aangescherpte termijnbepaling waarbinnen op een verzoek om informatie antwoord moet volgen. Daar waar in de W.O.B. sprake was van een redelijke termijn dient onder de herziene W.O.B. op een verzoek binnen 15 dagen beslist te zijn. Deze beslissing kan voor ten hoogste 15 dagen worden verdaagd -het belang van de geadresseerde op eerste kennisneming van stukken is opge nomen als een nieuwe relatieve weigeringsgrond -de beperking dat uit stukken voor intern beraad die gegevens die nodig in bewerking zijn of die, hoewel gereed, op zichzelf een onvolledig en daardoor vertekend beeld zouden geven, geen informatie verstrekt hoeft te worden is vervallen. Over openbaarmaking van dergelijke informatie zal echter al snel geoordeeld kunnen worden dat dit leidt tot een onevenredige benadeling van het

Raadsnotulen

Nieuw-Vossemeer: 1957-1996 | 1993 | | pagina 10