Bijlage 7a
AGENDAPUNT RAADSVERGADERING CODENR./B
10 26 maart 1992 -2.08.741
VOORSTEL TOT AANPASSING VAN DE VERGOEDINGEN VOOR RAADSLEDEN EN LEDEN VAN
GEMEENTELIJKE COMMISSIES EN TOT INVOERING VAN EEN ONKOSTENVERGOEDING VOOR
WETHOUDERS
Aan de gemeenteraad,
Ten gevolge van een verhoging van zowel het indexcijfer voor lonen voor
volwassen werknemers voor de sector overheid, als het prijsindexcijfer voor
gezinsconsumptie, zijn de maximum vergoedingen voor raadsleden en leden
voor gemeentelijke commissies (niet zijnde raadslid), voor 1992 aangepast.
Onderstaand treft u de vergoedingen aan zoals die in de primitieve begro
ting 1992 zijn opgenomen en daarnaast de maximum-vergoedingen zoals deze
door het ministerie van Binnenlandse Zaken (Biza) zijn bekend gemaakt bij
circulaire van 25 november 1991 (nr. BW91/U15696)
Primitieve Circulaire
begroting Biza
1992 25-11-1991
Algvergoedper raadslid per jaar f 2.998,= f 3.185,-
Onk.vergoedper raadslid per jaar f 896,= f 961,-
Presentiegeld per cie.lid per jaar f 74,= f 79,-
In totaal was er in de primitieve begroting 1992 voor genoemde vergoedingen
een bedrag van f 25.242,= geraamd. Bij vaststelling van de maximumvergoe
dingen 1992 voor raadsleden en commissieleden (niet zijnde raadslid)
volgens de circulaire van Biza van 25-11-1991, dienen de uitgaven in de
primitieve begroting te worden verhoogd met een totaalbedrag van f 1.650,=.
In verband met de belastingherziening (Oort-wetgeving) per 1 januari 1990,
diende de onkostenvergoeding van de raadsleden getoetst te worden aan de
nieuwe fiscale wetgeving. Daartoe heeft een onderzoek plaatsgevonden naar
de elementen en de hoogte van de ten behoeve van het raadslidmaatschap
gemaakte kosten. Dit onderzoek is in samenwerking met de Vereniging van
Nederlandse Gemeenten (VNG) gehouden in de vorm van een steekproefgewijze
enquete onder een aantal willekeurig gelekteerde raadsleden.
Op basis van de enquĂȘteresultaten is geconcludeerd dat ook onder de nieuwe
fiscale wetgeving de huidige algemene onkostenvergoeding voor raadsleden
volledig onbelast is. Indien door raadsleden meer kosten gemaakt worden ter
vervulling van het raadslidmaatschap, zullen deze (meer)kosten binnen de
ruimte van de aftrekbare kosten in het Oort-regime individueel in aftrek