lijk zijn.
In deze notitie willen wij op deze aspecten nader ingaan en
Uw raad concrete aanbevelingen doen voor het op korte en
middellange termijn op dit terrein te voeren gemeentelijk
beleid.
2. SCHETS VAN DE BESTAANDE SITUATIE
Alvorens daartoe over te gaan lijkt het gewenst nog eens
kort uiteen te zetten wat nu de juridische positie is van
de gemeente als machtiginghouder en PNEM-West als kabelex
ploitant
De gemeente is met PNEM-West een dienstverleningsovereen
komst aangegaan die er op neer komt dat PNEM zorgt draagt
voor de kabelexploitatie. De inkomsten bestaan voornamelijk
uit de bijdrage van de abonnees. Bescheiden inkomsten
worden daarnaast verkregen van programmaleveranciers die
voor de doorgifte van hun programma via de kabel betalen.
Blijkens de met de rechtsvoorganger van PNEM-West (ENWA)
aangegane dienstverleningsovereenkomst vindt de exploitatie
kostendekkend plaats. Dit betekent dat wanneer de auteurs
rechten-rechten stijgen, het programma-pakket wordt gewij
zigd, of wanneer besloten wordt tot uitbreiding van het
kabelnet, het CAI-tarief zal moeten worden aangepast. Daar
naast volgt dit tarief jaarlijks de prijs-ontwikkelingen.
Concreet betekent dit dat per 1 januari 1992 in onze ge
meente voor een CAI-tarief van f 22,50(excl. BTW) 20 tv-
en 22 fm-radioprogrammas worden doorgegeven.
Voor een overzicht van de t.v.- en radio- programma's
verwijzen wij U naar de bij de raadstukken ter inzage
gelegde bijlage.
Geconstateerd kan dus worden dat met deze afspraken de
(technische) exploitatie en het beheer van de inrichtingen
gescheiden zijn van het bestuurlijk beleid omtrent de
programmatische invulling. De beslissing tot uitbreiding
van het aantal tv- en radiokanalen en tot doorgifte van
nieuwe programma's is dus een bevoegdheid van de gemeente,
i.e. Uw raad. Dit zijn de wezenlijke kenmerken van het
machtiginghouderschap. Is eenmaal besloten tot doorgifte
van een programma dan wordt door de kabelexploitant met de
leverancier van het programma een overeenkomst afgesloten
waarin de rechten en plichten m.b.t. de doorgifte van dit
programma zijn neergelegd. Meestal gebeurt dat op basis van
een model-overeenkomst van de VECAI (de overkoepelende
organisatie van machtiginghouders en kabelexploitanten)
